24.2

6 VWO, 24.2 (externe effecten)
1 / 37
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

6 VWO, 24.2 (externe effecten)

Slide 1 - Slide

programma

1. Introductie
2. Uitleg en bespreking
3. Aan de slag met examenvraag

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Boerenprotest
  • Waarom?
  • Politiek wil dat er minder boeren zijn, althans minder vervuiling is.....
  • Externe effecten
  • Oplossingen?
  • minder boeren, accijns, vleestaks, BTW (prijsmechanisme)

Slide 4 - Slide

start bij 3.45 min
DWDD
Let op bij 7.40 min
Eind 8.49 min (eind)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

aan de slag met examenopgave
15 minuten

Daarna nakijken

Slide 7 - Slide

6 VWO, 24.2 (externe effecten)

Slide 8 - Slide

programma

  • Starten met intro
  • tips hoe maak je het best examenopgaves
  • examenopgave afmaken en bespreken


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Boerenprotest
  • Externe effecten
  • Oplossingen? minder boeren, accijns, vleestaks, BTW (prijsmechanisme)
  • Maar wat is er nu aan de hand met stikstof?

Slide 11 - Slide

Programma
Starten met intro
tips hoe maak je het best examenopgaves
examenopgave afmaken en bespreken
slot

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Tips voor examen
Examenvragen moet je leren beantwoorden
Ze kennen vaak eenzelfde structuur

Slide 14 - Slide

Redeneervragen
  • Hoe praat je de loonkosten nou aan de internationale concurrentiepositie en hoe verbind je de arbeidsproductiviteit met de inflatie?
  • 1. Bepaal altijd je begin- en einddoel (bijvoorbeeld: beginpunt is stijging van de
    loonkosten, eindpunt is de internationale concurrentiepositie). KLADBLAADJE
  • Op die manier weet je niet alleen tussen welke twee zaken je een verband moet leggen, het zorgt er ook voor dat je niet doorredeneert. Zo voorkom je lange antwoorden die punten kosten, omdat ze geen antwoord zijn op de vraag!
  • 2. schrijf op wat je weet (definities)
  • 3. verbind de kennis en bouw aan een antwoord

Slide 15 - Slide

Tip 2
Denk in vraag en aanbod

60-70% van redeneervragen gaan (indirect) over vraag en aanbod

Slide 16 - Slide

afronden examenopgave

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

inspiratie nodig?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

vorige les
  • Verzonken kosten (kosten die je niet meer kunt terugverdienen, verbouwing, opleiding, investering bruna)
  • Berovingsprobleem (na transactie verandert de machtigste de regels van het spel)
  • Les voor examen en voor SE
  • Mail met foto's van het werk

Slide 25 - Slide

CAO
  • Loononderhandelingen zijn lastig
  • Er zijn minder werkgevers dan werknemers
  • Vroeger maakte werkgevers onderling afspraken, werknemers kregen lage lonen
  • Vakbonden kwamen op en onderhandelden namens de groep.
  • Er kwamen groepsakkoorden tussen groepen werkgevers en groepen werknemers: CAO
  • CAO dempt competitie in beide groepen

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Wat is het verschil tussen CAO en een arbeidsovereenkomst?

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Wat is het verschil tussen CAO en een arbeidsovereenkomst?

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

CAO
CAO: omvangrijk (veel afspraken: scholing, ziekte, vrije dagen, etc.)
Werkgevers: bieden weinig
Werknemers: vragen veel
Geloofwaardigheid en dreiging
Centraal Akkoord: moeder van CAO's (overheid en sociale partners)



Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

1982 akkoord van wassenaar. Eerste akkoord 1971, 2013 meest recent (sociaal of centraal akkoord): AOW leeftijd, flexwet

Slide 34 - Slide

Holmström en Hart incomplete contracten. Voorbeeld is CEO van groot bedrijf. Diens arbeidscontract zal bijvoorbeeld bepalingen bevatten over een bonus in het geval het bedrijf winst maakt. Maar er is ook een lange termijn belang: het bedrijf moet gezond blijven, en geen onnodige risico's nemen. Dat laatste is lastig in een contract te gieten; de toekomst is immers onzeker.

Slide 35 - Slide

aan de slag

17.16
17.18
17.21
17.22

Slide 36 - Slide

slot
Wat geleerd?

zelfstudie EU

Hoe willen jullie de les erna doen? Examenopgave?

Slide 37 - Slide