De Industriële Revolutie: Een Tijdperk van Verandering

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo lwoo, t
• Leerjaar 2

De Industriële Revolutie: Een Tijdperk van Verandering

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen waarom Nederland turf als brandstof gebruikte, wat fossiele brandstoffen zijn en waarom stoommachines voor de industriële revolutie hebben gezorgd.

Turf als Brandstof

Nederland gebruikte turf als brandstof vanwege de overvloedige aanwezigheid in veengebieden en de beperkte beschikbaarheid van hout als brandstof.

Fossiele Brandstoffen

Fossiele brandstoffen zijn natuurlijke brandstoffen die zijn gevormd uit de resten van dode organismen over miljoenen jaren, zoals steenkool, aardolie en aardgas.

Stoommachines en de Industriële Revolutie

Stoommachines zorgden voor de industriële revolutie door efficiëntere productiemethoden mogelijk te maken en de industrialisatie van sectoren zoals textiel en transport te stimuleren.

Eerste Industriegebieden bij Steenkoolmijnen

De eerste industriegebieden lagen bij steenkoolmijnen vanwege de directe toegang tot steenkool, wat essentieel was voor de aandrijving van machines en de productie van energie.

Engeland's Voorsprong

Engeland had een voorsprong op de rest van Europa vanwege de vroege ontwikkeling van fabrieken, een grotere beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen en een sterke handelspositie.

Uitbreiding van het Engelse Rijk

Engeland wilde haar rijk uitbreiden met koloniën om een stabiele aanvoer van grondstoffen en afzetmarkten voor industriële producten veilig te stellen.

Dit noemen we het Modern Imperialisme 

Industrialisatie in Nederland

De industrialisatie kwam in Nederland later op gang vanwege factoren zoals de sterke agrarische traditie, beperkte natuurlijke hulpbronnen en de focus op handel.

Ga aan de slag met opdrachten

9-11-12-13-14-15-16

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.