This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Schrijf een overtuigend betoog!
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je: de begrippen rondom betoog uitleggen, een stelling en standpunt formuleren, argumenten en tegenargumenten bedenken en deze op een gestructureerde manier opschrijven in een betoog.
Slide 2 - Slide
Introduceer de leerdoelen en benadruk waarom het belangrijk is om te leren hoe je een overtuigend betoog schrijft.
Wat weet jij al over het schrijven van een betoog?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat is een betoog?
Een betoog is een tekst waarin je een standpunt inneemt en dit standpunt onderbouwt met argumenten en voorbeelden.
Slide 4 - Slide
Leg uit wat een betoog is en geef een voorbeeld. Vraag de leerlingen om voorbeelden te noemen van betogen die ze kennen.
Stelling en standpunt
Een stelling is een bewering waarover je een mening hebt. Een standpunt is de mening die je hebt over de stelling.
Slide 5 - Slide
Leg uit wat een stelling en standpunt zijn en geef een voorbeeld. Vraag de leerlingen om zelf een stelling en standpunt te bedenken.
Argumenten
Argumenten zijn redenen die je geeft om je standpunt te onderbouwen.
Slide 6 - Slide
Beschrijf wat argumenten zijn en geef voorbeelden. Laat de leerlingen zelf argumenten bedenken voor een stelling.
Tegenargumenten
Tegenargumenten zijn argumenten die tegen jouw standpunt ingaan.
Slide 7 - Slide
Leg uit wat tegenargumenten zijn en geef voorbeelden. Laat de leerlingen tegenargumenten bedenken voor een stelling en bedenk samen hoe je hierop kan reageren.
Structuur van een betoog
Een betoog bestaat uit een inleiding, kern en slot. In de inleiding introduceer je het onderwerp en formuleer je jouw standpunt. In de kern geef je argumenten en tegenargumenten. In de slot geef je een samenvatting en trek je een conclusie.
Slide 8 - Slide
Leg de structuur van een betoog uit en geef voorbeelden. Laat de leerlingen zelf een betoog schrijven met behulp van deze structuur.
Oefenen met schrijven
Schrijf een betoog over de stelling: 'Mobiele telefoons moeten verboden worden op school'.
Slide 9 - Slide
Laat de leerlingen individueel of in groepjes een betoog schrijven over de gegeven stelling. Geef feedback op de structuur en inhoud van het betoog.
Standpunten delen
Laat de leerlingen hun betoog presenteren aan de klas.
Slide 10 - Slide
Geef de leerlingen de mogelijkheid om hun betoog te presenteren en vraag de klas om vragen te stellen en feedback te geven.
Voor- en nadelen
Beschrijf de voor- en nadelen van het schrijven van een betoog.
Slide 11 - Slide
Beschrijf de voordelen van het schrijven van een betoog, zoals het ontwikkelen van een eigen mening en het leren onderbouwen van argumenten. Bespreek ook de nadelen, zoals het feit dat niet iedereen het altijd eens zal zijn met jouw standpunt.
Reflectie
Reflecteer op wat je hebt geleerd.
Slide 12 - Slide
Laat de leerlingen individueel of in groepjes reflecteren op wat ze hebben geleerd en wat ze nog willen leren.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 13 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 14 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 15 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.