Lezen H3 - les 1

1 / 18
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

doelen
  • Ik kan onderscheid maken tussen standpunt en argument.
  • Ik kan onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten.
  • Ik kan een argumentatie weergeven in een blokjesschema.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • uitleg argumentatie
  • oefenen
  • zelfstandig werken

Slide 3 - Slide

argumentatie
De schrijver van een overtuigende tekst wil de lezer overtuigen van zijn standpunt of mening. Hij onderbouwt zijn standpunt: hij legt met argumenten uit waarom hij dit standpunt heeft.

feitelijke en waarderende argumenten

Slide 4 - Slide

feitelijke argumenten
Een feitelijk argument kun je controleren: het is waar of het is niet waar:

Ik bestel liever een pizza bij een pizzakoerier, want bestellen is veel minder werk dan zelf een pizza bakken.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

waarderende argumenten
Een waarderend argument kun je niet controleren.

Ik bak liever zelf een pizza in plaats van er een te bestellen, want zelfgemaakte pizza's vind ik lekkerder.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

eenvoudige argumentatie
De schrijver onderbouwt zijn standpunt met één argument.

Slide 9 - Slide

nevenschikkende argumentatie

De schrijver onderbouwt zijn standpunt met meer argumenten:

Ik vind De grijze jager een leuk boek, want het is spannend, zit goed in elkaar en is realistisch.

Slide 10 - Slide

voorbeeld
Ik vind De grijze jager een leuk boek.
Het is 
spannend.
Het zit goed in elkaar.
Het is realistisch.

Slide 11 - Slide

onderschikkende argumentatie

De schrijver onderbouwt zijn argument met een ondersteunend argument:

Ik vind De grijze jager een leuk boek, want het is realistisch, omdat het over levensechte personages gaat.

Slide 12 - Slide

voorbeeld
Ik vind De grijze jager een leuk boek.
Het is realistisch.
Het gaat over levensechte personages.

Slide 13 - Slide

standpunt en argument
Een standpunt wordt vaak aangekondigd met een signaalwoord als:
ik vind..., de schrijver is van mening dat..., zij denkt dat...


Een argument wordt vaak aangekondigd met een
signaalwoord als: 
omdat, de reden hiervoor is, want, immers, namelijk, ...

Slide 14 - Slide

oefenen blokjesschema
Met zwemmen train je elke spier in je lijf. Bovendien belast je je eigen gewicht niet, want je drijft. Daarom is zwemmen de beste work-out voor je lichaam.



Slide 15 - Slide

meer uitleg?
zie video-uitleg in de online omgeving

Slide 16 - Slide

zelfstandig werken
weektaak: 
Hoofdstuk 3 Lezen: opdr 1, 2 en 3 of 5

Slide 17 - Slide

doelen
  • Ik kan onderscheid maken tussen standpunt en argument.
  • Ik kan onderscheid maken tussen feitelijke en waarderende argumenten.
  • Ik kan een argumentatie weergeven in een blokjesschema.

Slide 18 - Slide