Bedenk een meesterproef voor een bepaald ambacht. Voorbeelden van ambachten zijn: bakker, slager, metselaar, timmerman, schoenmaker, meubelmaker, mandenmaker en kleermaker.
Of maken opdrachten uit de methode van paragraaf 6.1
Klaar? Lezen paragraaf 6.2 of werken aan een ander vak.