Herhaling 4.2 B

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Vandaag

• Jas uit / spullen op tafel / telefoon in de telefoontas
• Herhaling 4.2 via LessonUp
• Uitleg tweede gedeelte 4.2
• Aan de slag 

Werken voor geld is een arbeidsmotief. Noem nog een arbeidsmotief.

Alle vormen van productie en arbeid kun je indelen in .. productiesectoren.

1. 4
2. 2
3. 1
4. 3

Dienstverlenende sector

Agrarische sector

Industriële sector

Landbouw

Industrie

Dienstensector

Dienstverlenende sector

Agrarische sector

Industriële sector

    veehouder

 winkelier

     bakker

Als elke werknemer doet waar hij goed in is, dan noem je dat ..

1. productiesectoren
2. arbeidsmotieven
3. arbeidsverdeling
4. cao

Aan het einde van de les weet je..

1. Wat het verschil is tussen leidinggevend en uitvoerend werk.
2. Wat het verschil is tussen geschoold en ongeschoold werk. 

Wie doet wat?

In een bedrijf, bijvoorbeeld een supermarkt, zijn de taken verdeeld. Elke werknemer doet waar hij goed in is. Dit noem je arbeidsverdeling. Op werk kun je onderscheid maken tussen leidinggevend en uitvoerend werk. Daarnaast kun je ook nog een verschil maken tussen geschoold of ongeschoold werk. 

Ongeschoold of geschoold werk?

Wie doet er uitvoerend werk en wie leidinggevend werk?
Bart is vrachtenwagenchauffeur.
Dion is bedrijfsleider.
Soraya heeft haar eigen bedrijf.

1. U - U - U
2. U - U - L
3. U - L - L
4. L - L - L

Aan de slag!

• Je gaat aan de slag met de opdrachten op pagina 106 en 107!
• Klaar? Nakijken!
• Dit is je huiswerk voor de komende les!