Herhaling 6.1 en 6.2

Het classificeren van organismen

Alles wat leeft organiseren we in groepjes!

Net als het organiseren van je kledingkast!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Het classificeren van organismen

Alles wat leeft organiseren we in groepjes!

Net als het organiseren van je kledingkast!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Elke (sub)groep krijgt een naam
(Domein) - hoef je niet te kennen
Rijk
Afdeling
Klasse
Orde
Familie
Geslacht 
Soort
Ursus americanus
1e deel = Geslacht
2e deel = Soort

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Deze dieren behoren tot dezelfde...

Slide 5 - Slide

6.1 Vraag 16a
In het herbarium zitten twee andere planten: Trifolium repens en Ranunculus acetosella.

Welk van deze planten zal het meest op de plant van het etiket lijken? Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Slide


Biotisch en abiotisch

Abiotische = niet levende invloeden 
(Leefde niet, leeft niet, zal nooit leven)

 Biotische= invloeden uit de levende natuur 
(Leefde, leeft of zal leven)

Slide 7 - Slide

Quizzz
10 seconden per vraag!!!

Slide 8 - Slide

Gras is..
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 9 - Quiz

Fruitvliegjes zijn..
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 10 - Quiz

Water is..
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 11 - Quiz

Wat is geen abiotische factor?
A
Licht
B
Warmte
C
Bodem
D
Voedsel

Slide 12 - Quiz

1

Slide 13 - Video

00:09
Annakin houdt niet van zand. Is zand een biotisch of abiotische factor?
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 14 - Quiz

Waarom leven er geen eekhoorns op het strand?
Biotoop = een omgeving met de juiste leefomstandigheden voor bepaalde organismen (loofbos, heide, regenwoud, strand).

Levensgemeenschap = Alle organismen die samen in een biotoop leven.

Habitat = de woonplaats die een dier of plant binnen een biotoop heeft (bijv. zonnige open plek, vijver, onder een dode boomstam).

Slide 15 - Slide

Zijn er nog meer vragen?

Slide 16 - Slide