1F les 32: figuurlijk en letterlijk taalgebruik

1 / 15
next
Slide 1: Video
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slide and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video


groene vingers hebben
tegen de lamp lopen
iemand blij maken met een dode mus
lange vingers hebben
op straat staan

betrapt worden
werkloos zijn, geen onderdak hebben
goed met planten en bloemen kunnen omgaan
vaak stelen
iemand blij maken met iets wat niet doorgaat.

Slide 2 - Drag question

letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Hij bijt zijn tanden stuk op een harde noot. Deze zin is ...
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 5 - Quiz

Iets in de schoot geworpen krijgen. Deze zin is.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 6 - Quiz

Ingrid struikelde over een opstapje. Deze zin is:
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 7 - Quiz

Wellnessbedrijven schieten als paddenstoelen uit de grond. Deze zin is:
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 8 - Quiz

Monica struikelde over haar eigen woorden. Deze zin is:
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 9 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?
Onhandige inbreker loopt tegen de lamp.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 10 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?
Jaloerse kapster vliegt buurvrouw in de haren.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 11 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?
Leerkracht pikt gsm leerlingen niet
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 12 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?
Trage lijkschouwer onder het werk begraven
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 13 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?
Visser slaat jonge vrouw aan de haak
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 14 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?
Visser slaat jonge vrouw aan de haak
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 15 - Quiz