De Gysbreght en 18e eeuw

Welkom dv5!
Deze les:
Terugblik
De Gysbreght van Aemstel
Begin 18e-eeuw



1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom dv5!
Deze les:
Terugblik
De Gysbreght van Aemstel
Begin 18e-eeuw



Slide 1 - Slide

Terugblik
toneelontwikkelingen in de Republiek

aandacht voor klassieken: komedie (klucht) en tragedie (treurspel)

klassieken vertalen (translatio) - nabootsen en navolgen (imitatio) - overtreffen (aemulatio)

renaissancetoneel: gedrag tonen (toneel als spiegel) om deugdzaamheid te bevorderen

Amsterdamse Schouwburg: financieel-economische en opiniërende functie

Slide 2 - Slide

Gysbreght van Aemstel
Log in met je eigen naam.

Slide 3 - Slide

Wat ben je te weten
gekomen hierover?

Slide 4 - Mind map

Wat is de Gysbreght voor toneel?
A
komedie
B
tragedie

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

Tragedie
  • in vijf bedrijven ondergang van hooggeplaatste figuur (vorst of mythologisch figuur) verheven taalgebruik
  • onderwerp: oudheid, geschiedenis of Bijbel

Twee soorten
  1. retorisch-didactische tragedie: de morele les wordt talig overgebracht
  2. Aristotelische tragedie: handelingsgerichte structuur met tijd, plaats en handeling                  

De morele les uit monologen, discussies en beschouwende koren OF uit handelingsverloop

Slide 7 - Slide

Aristotelische tragedie
Aristoteles-traditie: hoofdpersoon geconfronteerd met sterk innerlijk conflict 

- staat voor dilemma, moet kiezen en maakt de naar de catastrofe (ondergang) leidende verkeerde keuze
- kern: moment van inzicht na de beslissende wending of lotswisseling: de peripeteia (Vondels staatsverandering)
- de morele les voor publiek blijkt uit het handelingsverloop




Slide 8 - Slide

Gysbreght van Aemstel
Verwijst naar de glorie en macht van Amsterdam

Begin sluit aan bij slot van P.C. Hoofts Geeraerdt van Velsen: de dood van Floris V

Amsterdams ondergang gebaseerd op Vergilius' epos (heldendicht) over de ondergang van Troje, de Aeneis -> translatio/imitatio: paralellen tussen Gysbreght en Vergilius

bv. - Paard van Troje - schip met brandhout met verstopte vijandelijke soldaten Amsterdam in 
bv. Aeneas moet na de val van Troje de stad verlaten en Gysbreght ook als Amsterdam valt 
let op: bij Gysbreght is dat op bevel van de christelijke God en bij Aeneas niet!

Slide 9 - Slide

Gysbreght van Aemstel
bv. - Paard van Troje - schip met brandhout met verstopte vijandelijke soldaten Amsterdam in 
bv. Aeneas moet na de val van Troje de stad verlaten en Gysbreght ook als Amsterdam valt
let op: bij Gysbreght is dat op bevel van de christelijke God en bij Aeneas niet!

Aemulatio: verbetering van het klassieke, zit hem in het christelijke/Bijbels 
-> held gaat niet ten onder, God laat hem gaan

Slide 10 - Slide

Rey van Klaerissen
  • elk bedrijf eindigt met een rey (koorzang): gesproken/gezongen lyrische bespiegeling, losstaand van de handeling, meer als een soort commentaar op die handeling
  • het derde bedrijf wordt afgesloten door nonnen: Rey van Klaerissen, een lied over de Kindermoord van Bethlehem door Herodes (mislukt)
  • Gedicht O Kerstnacht, schoner dan de dagen is een traditioneel Nederlands kerstlied

Opgenomen in Liedboek voor de Kerken

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Boodschap Rachel vs. Gysbreght
Ander Bijbels figuur, symbolische oermoeder

Plek in Israël van Rachel waar men op bedevaart naartoe gaat als men een kind is verloren

Boodschap: Rachel stop met rouwen, bedroefd rond te dwalen, want jullie kinderen zijn eigenlijk martelaren en hun dood zal zorgen voor een nieuw volk, de christenen (aan het einde van het lied)

Komt overeen met Gysbreght: accepteer dat de stad ten onder gaat, de stad zal daarna verrijzen -> men die 300 jaar later keek naar het toneelstuk en hoorde de Engel dit zeggen 

Slide 13 - Slide

18e-eeuw: pruikentijd
drie groeperingen met eigen opvattingen over verdeling van macht en bestuur:
  1. stadhouder en aanhang (Oranjepartij)
  2. regenten tegen stadhouder en macht wilden behouden
  3. burgerij (patriotten) tegen stadhouder en regenten, die meer invloed wilden in het bestuur

eind 18e-eeuw: Frankrijk viel de Republiek binnen -> Bataafse Republiek (regentenheerschappij)

economie ging achteruit: handel en nijverheid stagneerden, werkeloosheid en ontevredenheid stegen (wachten op Industriële Revolutie)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

18e-eeuwse stromingen
Rationalisme en Verlichting
vs.
Classicisme en sentimentalisme



Vóór donderdag
Beschrijf kort wat de twee toegewezen stromingen inhouden. Hebben deze een verband met elkaar?

Slide 16 - Slide

Welkom dv5!
Deze les:
Terugblik
18e eeuw: stromingen
Tekstsoorten en -kenmerken 
Opdracht

Denk aan: themaverslag deadline vrijdag 7 april 23.59



Slide 17 - Slide

Terugblik
Gysbreght van Aemstel

Imitatio/trandslatie: parallelen met Vergilius 

Aemulatio: overtreffen door toevoeging christelijke/God/de Bijbel

Retorisch-didactische tragedie

Morele lessen uit monologen, discussies, beschouwende koren (Rey van Klaerissen)

Slide 18 - Slide

18e eeuw
regentenheerschappij

gewone burgerij (patriotten) wilden meer macht en invloed bestuur

vier bekende stromingen

Slide 19 - Slide

Rationalisme & Verlichting

overgang van Renaissance, humanisme en stedelijke cultuur naar rationalisme en de Verlichting

Slide 20 - Slide

Rationalisme & Verlichting
  • Idee dat de Rede (verstand, zelfstandig kritisch denken) de bron van kennis is 
       -> kennis bevordert de deugd

  • Het zuivere gebruik van verstand/Rede zal volgens de verlichtingsfilosofen leiden tot een Verlichte samenleving

  • Verlichting: emancipatiebeweging door en voor burgerij -> burgerij als bewuste sociale klasse die politieke veranderingen wilde

  • Burger als individu: wie ben ik? -> innerlijk leven, zelfbespiegeling, eigen gedrag analyseren

Slide 21 - Slide

Verlichtingsfilosofen
Pleitten voor verdraagzaamheid en godsdienstvrijheid; mensen moesten mondig worden, kennis moest nuttig zijn en op het leven en de maatschappij toepasbaar

Immanuel Kant: wat moet ik doen? Mensen moesten zich zo gedragen dat hun handelingen steeds tot een algemene wet voor iedereen kon worden verheven

Jean-Jacques Rousseau: mens van nature vrij en in zijn oorspong goed, opvoeding tot belangrijk thema in Verlichting




Slide 22 - Slide

Classcisme & sentimentalisme 

Slide 23 - Slide

Classicime & sentimentalisme 
Classicisme (kunst en toneel)
  • nadruk op eenvoud, zakelijkheid, regelmaat en heldere lijnen -> aansluiting bij Verlichtingsideaal van morele zuiverheid 
  • deugdzaamheid bevorderen

Sentimentalisme (literatuur)
  • behelse en overdrijving van romantische gevoelens, met overgevoeligheid
  • meer aandacht voor godsdienst, de liefde en deugd
  • thema's: dood, onsterfelijkheid, nacht en eenzaamheid
  • logisch gevolg van Verlichting; paste bij positieve waardering van het menselijke gevoelsvermogen

Slide 24 - Slide

Tekstsoorten en -kenmerken
literatuur door en voor burgers 

opvattingen in romans, essays, brieven

satire: spottende teksten die belerend en kritisch bedoeld zijn

schrijvers als opvoeders en opinievormers

opkomst vrouwen als schrijfsters 




Slide 25 - Slide

Opdracht: tekstkenmerken
18e-eeuwse tekstsoorten: kindergedichten, spectoriale geschriften, imaginaire reisverhalen en brief-/zedenromans

Noteer bij elke tekstsoort minimaal twee tekstkenmerken en één voorbeeld van een bijpassende tekst met de schrijver 
Tip: literatuurgeschiedenis.org of je LaagLand boek

Eerder klaar? 
Ga verder met je themaverslag. Stel vragen als je die hebt. 
Deadline volgende week vrijdag 7 april 23.59

Slide 26 - Slide