Klas 4 Basis Hoofdstuk 2 Woordenschat les 4

Hoofdstuk 2 Lezen en Woordenschat
Les 4
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2 Lezen en Woordenschat
Les 4

Slide 1 - Slide

Programma
Herhaling H2 Lezen en Woordenschat

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 3 - Open question

Verschil tussen feit en mening
Een feit kun je controleren (in bijvoorbeeld een boek.)
Met een mening kun je het eens of oneens zijn. Je kunt het niet controleren. 

Slide 4 - Slide

Aan welke signaalwoorden kun je een mening herkennen?

Slide 5 - Open question

Signaalwoorden mening
De signaalwoorden waaraan je een mening herkent, zijn:
Ik vind
Volgens ons
Zij denkt dat

Slide 6 - Slide

Aan welke signaalwoorden
herken je een
argument?

Slide 7 - Mind map

Argument
Een argument herken je vaak aan signaalwoorden zoals: 
omdat, want, namelijk en immers

Slide 8 - Slide

Welke drie manieren kunnen je helpen de betekenis uit een woord af te leiden?

Slide 9 - Open question

Betekenis uit een woord afleiden
1 Bestaat uit een woord met een voorvoegsel en/ of een achtervoegsel:
je misdragen - je niet gedragen     hersenloos- zonder hersenen 
2 Is het woord samengesteld uit twee of meer woorden? Misschien ken je de betekenis van een van de woorden wel:
Vakkennis= kennis van een vak = iets weten over een vak
3 Lijkt het woord op een woord dat je wel kent:
Concentratie lijkt op concentreren, dat heeft met opletten te maken 
 

Slide 10 - Slide

Aan het werk
1 Samen lezen de tekst Andere tekstsoort van Nieuwsbegrip
2 Nakijken H2 Woordenschat opdr.1 t/m 9
3 Maak Nieuwsbegrip Andere tekstsoort en Woordenschat van Nieuwsbegrip
4 Toets 30 september: 
H1 Lezen en Woordenschat en H2 Lezen en Woordenschat

Alle theorie staat bijgevoegd in de les van woensdag 30 september

Slide 11 - Slide