H2 lezen 3B4

H2 lezen 3B4
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

H2 lezen 3B4

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- lezen
- theorie so bespreken + quiz
- test jezelf maken online methode


Dinsdag so lezen -> vergeet je laptop niet!

Slide 2 - Slide

opbouw so
12 vragen over de volgende onderwerpen:
- Signaalwoorden met tekstverbanden
- Feiten en meningen
- Onderwerp tekst
- Tekstdoelen
- Hoofdgedachte

Slide 3 - Slide

Signaalwoorden + tekstverband
signaalwoorden
tekstverband
doordat, hierdoor, met als gevolg
Oorzaak-gevolg
Dus, kortom
Conclusie
Want, omdat, daarom, vanwege
Reden
Maar, daarentegen, echter, toch
Tegenstelling

Slide 4 - Slide

Wat is een tekstverband?
A
Een tegenstelling in een tekst
B
Wat een stuk tekst met elkaar te maken heeft
C
De opbouw van een tekst
D
De tussenkopjes

Slide 5 - Quiz

Ik heb niet ontbeten. Hierdoor heb ik nu honger.
Wat is het gevolg?
A
Ik heb niet ontbeten
B
hierdoor
C
ik heb nu honger

Slide 6 - Quiz

Ik ben slecht in gym. Daarentegen ben jij heel erg goed in gym.
Welk tekstverband herken je?
A
oorzaak-gevolg
B
conclusie
C
reden
D
tegenstelling

Slide 7 - Quiz

Ik vind wiskunde leuk, omdat ik houd van het oplossen van sommen.
Welk tekstverband herken je?
A
oorzaak-gevolg
B
conclusie
C
reden
D
tegensteling

Slide 8 - Quiz

feiten en meningen
Feit -> kan je controleren

Mening -> niet controleren

Slide 9 - Slide

Ik vind Enschede een mooie stad.
Feit of mening?
A
Feit
B
mening

Slide 10 - Quiz

Volgens mij is een reptiel geen leuk huisdier.
Feit of mening?
A
Feit
B
mening

Slide 11 - Quiz

tekstdoelen en tekstsoorten
amuseren
informeren
activeren
overtuigen

Slide 12 - Slide

Welke tekstsoort pas er bij het doel activeren?
A
recept
B
reclamefolder
C
gedicht
D
nieuwsbericht

Slide 13 - Quiz

Welk tekstsoort pas er bij het doel informeren?
A
moppenboek
B
uitnodiging
C
studieboek
D
recensie

Slide 14 - Quiz

Welke tekstsoort past er bij het doel amuseren?
A
leesboek
B
verkiezingsposter
C
reclame
D
recensie

Slide 15 - Quiz

Hoofdgedachte + ow tekst
Hoofdgedachte = In 1 of 2 zinnen het belangrijkste uit de tekst. 
Waar gaat de tekst nou over?

Als je het onderwerp van de tekst wil vinden:
1. Lees de tekst verkennend 
2. Stel jezelf de vraag: Waarover gaat de tekst?
3. antwoord -> ow tekst

Slide 16 - Slide

Maak de test jezelf
1. Magister
2. Elo ->bronnen
3. Talent Nederlands
4. H2.3 lezen
5. Test jezelf (blauwe vak)

Slide 17 - Slide