Les 5 - samengestelde zinnen, hoofd- en bijzin en nevenschikkende en onderschikkend

Lesprogramma
  •    Lesdoel
  •     Uitleg
  •     Oefenen
  •     Zelf aan de slag
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesprogramma
  •    Lesdoel
  •     Uitleg
  •     Oefenen
  •     Zelf aan de slag

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Aan het eind van de les is je kennis over enkelvoudige en samengestelde zinnen opgehaald.

  • Aan het eind van de les weet je dat in een samengestelde zin te maken kan hebben met hoofd- en bijzinnen.
Je weet ook hoe je de verschillende zinnen kan herkennen.

Slide 2 - Slide

Samengestelde zinnen
Een zin met één pv noem je een enkelvoudige zin.
Een zin met meer pv’s noem je een samengestelde zin.
Zij lacht naar hem en dat vindt hij leuk.

Slide 3 - Slide

Samengestelde zinnen
Hoofdstukken uit het oh zo mooie en toch onduidelijke grammaticaboekje zijn jammer genoeg nog een te hoge hindernis voor veel leerlingen uit de klas.

Is dit een samengestelde of een enkelvoudige zin? Hoeveel persoonsvormen zitten erin?



Slide 4 - Slide

Hoofdzin en bijzin
Hij keek toe hoe de jongen zijn biefstuk verslond.
keek = pv    verslond = pv      Dus samengesteld!

In een hoofdzin zijn het onderwerp en de persoonsvorm altijd met elkaar verbonden: er kan niets tussen deze twee staan.

Slide 5 - Slide

Hoofdzin en bijzin
In een bijzin kan dit wel.
Tip: doe de gisterenproef! Kan gisteren tussen het onderwerp en de pv dan is het een bijzin.

Hij vertelde me dat hij naar het strand zou gaan.
      Hij vertelde me dat hij gisteren naar het strand zou gaan.



Slide 6 - Slide

Hoofdzin en bijzin
Twee hoofdzinnen zijn nevenschikkend, een hoofdzin en een bijzin zijn onderschikkend.

Slide 7 - Slide

Nevenschikkende voegwoorden
Verbindt twee gelijke delen aan elkaar --> zinnen die je los van elkaar kunt lezen.
  • Paardrijden lijkt me niet leuk, maar ik ga het toch doen.
  • Laat de dokter naar je been kijken, want je blijft pijn houden.

en, want, maar en of.

Slide 8 - Slide

Onderschikkende voegwoorden
Verbindt twee ongelijke delen aan elkaar --> zinnen die je los van elkaar NIET kunt lezen.
  • Wil Halbe, dat je hem voor schooltijd ophaalt?
  • Claudia gaat alvast haar toets leren, zodat ze goed voorbereid is.

Doordat, zodat, nadat, omdat, totdat, voordat en zodat --> woorden met dat waarvan de tweede lettergreep dat is.

Aangezien, als, daarom, dan, hoewel, indien, mits, tenzij, terwijl, toen, ofschoon en zodra.

Slide 9 - Slide

Zelf aan de slag
2 havo
Hoofdstuk 4 grammatica bijvoeglijke bepaling
Hoofdstuk 5 grammatica samengestelde zinnen

2 atheneum
Hoofdstuk 3 grammatica --> ondergeschikte bwb hoeft niet
Hoofdstuk 4 grammatica samengestelde zinnen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Stijn draagt de tas en James loopt met de hond.
A
bijzin, hoofdzin
B
bijzin, bijzin
C
hoofdzin, bijzin
D
hoofdzin, hoofdzin

Slide 12 - Quiz

We gaan met de klas naar Parijs en we zullen daar een week blijven.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-bijzin
D
Bijzin-hoofdzin

Slide 13 - Quiz

Ik ga vandaag fietsen naar Lekkerkerk en ik neem een tentje mee.
A
bijzin + hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin

Slide 14 - Quiz

Huygens ontdekte de ringen rond Saturnus en hij vond het slingeruurwerk uit.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
D
bijzin + bijzin

Slide 15 - Quiz

Ik ontbijt het liefst met havermout en anders eet ik graag een banaan.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin
D
alleen een hoofdzin

Slide 16 - Quiz

Zelf aan de slag
Maak je huiswerk van Grammatica zinsontleding af.

Klaar?
2 havo maak opdr. 1 en 2 Lezen H4 blz. 108
2 atheneum maak opdr. 1, 2 en 4 blz. 109

Slide 17 - Slide