k3a en b3a spelling 13 maart

Lezen
timer
10:00
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen:
1. Je weet hoe je werkwoorden in de TT en VT schrijft.
2. Je kan het stappenplan werkwoordspelling volgen.
3. Je kent de regel 'wel of geen klinkerbotsing'.
4. Je kan bovenstaande regel toepassen.

Slide 3 - Slide

Engelse werkwoorden schrijf je net als:
A
Sterke werkwoorden
B
Zwakke werkwoorden

Slide 4 - Quiz

Je gebruikt dan de regel:
A
Schrijf het zoals je het zegt
B
Doe wat goed klinkt
C
Gebruik 'T KoFSCHiP X

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Link

Code: 0265136
Maak de vragen op je eigen iPad, gebruik je aantekeningen erbij! 

In principe moet je alle vragen goed kunnen beantwoorden als je het stappenplan volgt!

Slide 7 - Slide

Stappenplan werkwoordspelling:
1. Staat het in de TT of VT?
2. TT --> bij hij, zij, het = ik-vorm + t
3. TT --> Staat jij VOOR de pv: ik-vorm + t. Staat jij ER ACHTER ik-vorm.
4. VT --> is het een sterk werkwoord? Schrijf het zoals je het zegt.
5. Is het een zwak werkwoord? Gebruik 'T KoFSCHiP X
Schrijf de ik-vorm van het werkwoord op
Haal -en van het het HELE werkwoord, zit de laatste letter in 'T KoFSCHiP X?
Ja -->  +te(n)                               Nee --> +de(n)
Controleer of het meervoud is, dan komt de n erachter.

Slide 8 - Slide

Open nu PLOT26

Slide 9 - Slide

Open nu PLOT26

Slide 10 - Slide