Werkwoordspelling

Nederlands 2-12
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Planning tot aan de kerstvakantie
  3. Stappenplan werkwoordspelling --> maken spiekbrief
  4. Oefenen met dit stappenplan 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands 2-12
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Planning tot aan de kerstvakantie
  3. Stappenplan werkwoordspelling --> maken spiekbrief
  4. Oefenen met dit stappenplan 

Slide 1 - Slide

Planning tot aan kerstvakantie
--> Week 48: H4 Taalverzorging + oefenen werkwoordspelling
Week 49: H5 Taalverzorging + SO Werkwoordspelling (met spiekbrief!)
Week 50: H6 Taalverzorging + Woordenschat 
Week 51: Toets Taalverzorging + Woordenschat H4,5,6
Week 52: Kerstvakantie

Slide 2 - Slide

SO Werkwoordspelling
Vrijdag 8 december

Je mag een spiekbrief gebruiken bij deze toets. 

Telt 5x mee 

Slide 3 - Slide

Doel van deze les
In deze les gaan we een spiekbrief maken. Op je spiekbrief komt het stappenplan voor het schrijven van een werkwoord.

Aan het eind van de les weet je hoe je dit stappenplan voor de toets moet gebruiken. 

Slide 4 - Slide

Spiekbrief maken
Opdracht: je gaat op een blaadje een spiekbrief maken. 
Hoe: Schrijf mee met de uitleg.

Je praat niet door de uitleg heen. Heb je een vraag? Dan steek je je hand op. Zorg dat je actief bezig bent om het stappenplan te begrijpen. 

Schrijf je naam boven aan je blaadje. Ik bewaar het voor je.

Slide 5 - Slide

PV in TT
1. ik of jij achter de pv --> ik-vorm

Redden
ik red het niet om op tijd te komen.
Red jij het om op tijd te komen?

2. jij, zij, hij, het --> ik-vorm+t

Redden
Jij redt het nooit om op tijd te komen.
Redt zij het wel?

3. Wij, zij, jullie --> hele werkwoord 

Redden
Jullie redden het niet!
Redden wij het wel om op tijd te komen?

Slide 6 - Slide

PV in tt
Twijfel je of je ik-vorm+t moet schrijven? 

Vul het werkwoord lopen in de zin in. 

Jij ..... (raden) het goede antwoord.
Jij loopt het goede antwoord. 
dus --> jij raadt het goede antwoord.

Slide 7 - Slide

PV in VT
1. Sterke werkwoorden

Veranderen van klank in VT
Lopen --> liepen
Lezen --> lazen 
Voor het schrijven van deze werkwoorden zijn geen regels. 


Slide 8 - Slide

PV in VT
2. Zwakke werkwoorden
ik-vorm + te(n) / ik-vorm + de(n)

lachen --> lachte(n)
huilen --> huilde(n)




1. Maak van het werkwoord de stam.
2. Zit de laatste letter in 't ex kofschip? --> Ja, dus +te 
Nee, dus +de 
3. Zet de ik-vorm in de zin +te of +de.
4. Wie voert de pv uit? Bij meervoud zet je een n achter het werkwoord. 

Slide 9 - Slide

Zwakke werkwoorden in de VT
Voorbeeld: Judith .... (maken) alle opdrachten in de les.

Stappenplan:
  1. Maak van maken de stam --> mak
  2. Zit de laatste letter in 't ex kofschip? --> Ja, dus +te of +ten
  3. Vul in de zin de ik-vorm in--> maak
  4. Kijk wie het werkwoord uitvoert. Enkelvoud of meervoud? --> Enkelvoud, dus +te
  5. Judith maakte alle opdrachten in de les.
 

Slide 10 - Slide

Zwakke werkwoorden in de VT
Voorbeeld: Gisteren .... (raden) Mees en Mo alle hints die de docent gaf.

Stappenplan:
  1. Maak van raden de stam --> rad
  2. Zit de laatste letter in 't ex kofschip? --> Nee, dus +de of +den
  3. Vul in de zin de ik-vorm in--> raad
  4. Kijk wie het werkwoord uitvoert. Enkelvoud of meervoud? --> Meervoud, dus +den
  5. Gisteren raadden Mees en Mo alle hints die de docent gaf.
 

Slide 11 - Slide

Voltooid deelwoord
Iets is gebeurd/voltooid. Je herkent een VDW aan de volgende dingen:
1. Begint met ge-, ver-, be-, ont-, her-
2. Eindigt op een -d, -t of -en (maak het ww langer)
3. In de zin staat een persoonsvorm. Zonder PV geen Voltooid Deelwoord.

Ik heb vandaag presentatie gemaakt. (gemaakte, dus gemaakt)
Gisteren werden we verrast door een aardbeving. 
Wat is er gebeurd?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Opdracht 

Slide 14 - Slide