Letterlijk & figuurlijk

1 / 15
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Letterlijk & figuurlijk
Aan het einde van de les:
- ken je het verschil tussen LETTERLIJK en FIGUURLIJK
- ken je een aantal uitdrukkingen en hun betekenis

Slide 2 - Slide

Mijn moeder bakt een lekkere taart.

Ik bak er helemaal niets van.

Slide 3 - Slide

LETTERLIJK
FIGUURLIJK

Slide 4 - Slide

Ik verveel me dood!
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 5 - Quiz

Dat kan je op je buik schrijven!

Slide 6 - Slide

LETTERLIJK
Alle woorden hebben een letterlijke betekenis.
Letterlijk betekent ‘zoals het echt is’.

Kaan werpt een blik in de vuilnisbak.

Slide 7 - Slide

FIGUURLIJK
Bij figuurlijk taalgebruik krijgen de woorden een andere betekenis.
De jongen werpt een blik op zijn telefoon.
‘Een blik werpen op iets’ noemen we een uitdrukking.

Slide 8 - Slide

OEFENINGEN IN DUO

!!! Lees de instructie aandachtig voor je met de oefeningen van start gaat !!!


Je maakt de opdrachten per twee.  
Kijk nog eens goed na als jullie klaar zijn.
We verbeteren nadien klassikaal.

Slide 9 - Slide

JULLIE KRIJGEN 10 MINUTEN DE TIJD OM DEZE OPDRACHTEN TE MAKEN. 
  • PAGINA 295 - OPDRACHT B
  • PAGINA 296 - OPDRACHT C
  •  PAGINA 297 - OPDRACHT D
  • PAGINA 297 - OPDRACHT E
  • PAGINA 297-298 - OPDRACHT F

KLAAR?  PROBEER DAN ALVAST DE EXTRA OPDRACHT G.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

LETTERLIJK of FIGUURLIJK ?

Wat een lawaai!
Mijn hoofd ontploft bijna.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

LETTERLIJK of FIGUURLIJK ?

De hond van de buren 
laat zijn tanden zien.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide