This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Wie van de volgende personen is minderjarig?
A
Anton, 25 jaar oud
B
Luisa, 18 jaar oud
C
Petra, 99 jaar oud
D
Wim, 2 jaar oud
Slide 1 - Quiz
Wie van de volgende personen is handelingsonbekwaam?
A
Teresa, 30 jaar oud
B
Patricia, 21 jaar oud
C
Mario, 15 jaar oud
D
Lisa, 71 jaar oud
Slide 2 - Quiz
Wanneer zal een achternaam NIET worden gewijzigd?
A
Als de naam bespottelijk is
B
Als de naam niet goed bij de voornaam past
C
Als de naam te veel is gebruikt
D
Als de naam niet Nederlands is en iemand wordt Nederlander
Slide 3 - Quiz
Wat valt niet onder publiekrecht?
A
privaatrecht
B
bestuursrecht
C
staatsrecht
D
strafrecht
Slide 4 - Quiz
Het regelement van orde in het parlement, behoort tot
A
strafrecht
B
bestuursrecht
C
staatsrecht
D
civiel recht
Slide 5 - Quiz
In welk boek van het BW vind je het personen en familierecht?
A
Boek 1
B
Boek 2
C
Boek 3
D
Geen van die drie
Slide 6 - Quiz
Wie is verplicht aangifte van geboorte te doen?
A
de vader
B
de vader en de moeder
C
de moeder
D
de verloskundige
Slide 7 - Quiz
Wie regelt de zaken van een vermiste tijdens diens afwezigheid?
A
een bewindvoerder
B
de regering
C
zijn echtgenoot of echtgenote
D
de familieleden van de vermiste
Slide 8 - Quiz
Hoe heet de akte die wordt gegeven wanneer een persoon te lang is vermist?
A
aangifte van vermissing
B
rechtsvermoeden van overlijden
C
uittreksel van vermissing
D
vermissingsakte
Slide 9 - Quiz
Zou een ambtenaar van de burgerlijke stand de volgende voornaam weigeren in te schrijven: "Orea"
A
ja, de naam is ongepast
B
nee, de ouders mogen zelf de naam bepalen
C
Ja, de naam is al een bestaand woord
D
Nee, er is niks mis met de naam
Slide 10 - Quiz
Ina Martina en Roy Tweed zijn getrouwd en krijgen hun tweede kind. Hun eerste kind heet Kim Martina. Wat zal de achternaam van hun pasgeboren baby worden?
A
Martina-Tweed
B
Tweed
C
Martina
D
Tweed-Martina
Slide 11 - Quiz
Guido (14 jaar oud) koopt een "happy meal". Deze rechtshandeling is
A
geldig
B
nietig
C
vernietigbaar
D
illegaal
Slide 12 - Quiz
Remco (14 jaar oud) betaalt een buschauffeur. Die brengt hem naar Punda. Deze rechtshandeling is
A
geldig
B
nietig
C
vernietigbaar
D
vernietigbaar, als de ouders het niet eens zijn
Slide 13 - Quiz
Jason (10 jaar oud) koopt een I-phone. Deze rechtshandeling is
A
geldig
B
nietig
C
vernietigbaar
D
nietig, als de ouders dat bepalen
Slide 14 - Quiz
Mia (7 jaar oud) koopt een barbie-pop in een winkel. Haar moeder gaat vijf dagen later naar de winkel om de koop te vernietigen. Kan dat?
A
Nee, de moeder is te laat
B
Nee, deze rechtshandeling is niet vernietigbaar
C
Ja, de moeder is de wettelijke vertegenwoordiger
D
Ja, de zij kan de koop vernietigen
Slide 15 - Quiz
Hoe heet het als een minderjarige de toestemming van de rechter krijgt om bepaalde rechtshandelingen te verrichten?
A
opklimmende handelingsbekwaamheid
B
mentorschap
C
handlichting
D
onderbewindstelling
Slide 16 - Quiz
Een minderjarige is handelingsonbekwaam. Hier staan drie uitzonderingen op deze regel. Welke is de fout?
A
lease-contract
B
trouwen
C
medische behandeling
D
arbeidsovereenkomst
Slide 17 - Quiz
Wat is het gevolg van onderbewindstelling?
A
handelingsonbekwaamheid
B
kwijtraken bestuur over een zaak
C
handelingsonbevoegdheid
D
beschermingsbewind
Slide 18 - Quiz
Welke maatregel zorgt ervoor dat iemand niet meer mag beslissen over medische behandelingen?
A
mentorschap
B
onderbewindstelling
C
curatele
D
medische behandelovereenkomst
Slide 19 - Quiz
Win is getrouwd met Vera. De vader van Vera is voor Win een:
A
bloedverwant in de eerste graad, rechte lijn
B
aanverwant in de tweede graad, rechte lijn
C
aanverwant in eerste graad, rechte lijn
D
aanverwant in de eerste graad, zijlijn
Slide 20 - Quiz
De oom van Win is een
A
bloedverwant in de tweede graad, rechte lijn
B
bloedverwant in de derde graad, zijlijn
C
bloedverwant in de tweede graad, zijlijn
D
bloedverwant in de eerste graad, rechte lijn
Slide 21 - Quiz
De ouders van Win zijn gescheiden. Nu is de relatie van Win met zijn moeder:
A
bloedverwantschap in de eerste graad, rechte lijn
B
aanverwantschap in de eerste graad, rechte lijn
C
bloedverwantschap in de tweede graad, rechte lijn
D
bloedverwantschap in eerste graad, zijlijn
Slide 22 - Quiz
Vera en Wim zijn getrouwd. Ze zijn elkaars
A
familie
B
aanverwanten in de eerste graad
C
bloedverwanten
D
aanverwanten
Slide 23 - Quiz
Kan iemand die onder curatele is gesteld trouwen?
A
Nee, hij mag geen rechtshandelingen verrichten
B
Nee, iemand onder curatele is geestelijk niet in staat om te beslissen
C
Ja, onder curatele heeft alleen te maken met zaken doen: kopen/verkopen etc.
D
Ja, met toestemming van de rechter
Slide 24 - Quiz
Hoe heet het recht van een naaste bloedverwant om niet tegen de eigen familie te getuigen in een strafzaak?
Slide 25 - Open question
Tamara Lopez en Juan Cathalina wonen samen en krijgen hun eerste kind. Welk achternaam of welke achternamen kan de baby dragen?
Slide 26 - Open question
Hoeveel dagen voor een huwelijk moet aangifte worden gedaan?
A
minstens 7
B
minstens 30
C
minstens 14
D
minstens 21
Slide 27 - Quiz
Wat is de juridische term voor een huwelijk tegenhouden?
Slide 28 - Open question
Hoe lang is een huwelijksaangifte geldig?
A
1 jaar
B
1 week
C
1 maand
D
7 maanden
Slide 29 - Quiz
Pieter trouwt alleen maar met Estefania zodat ze de Nederlandse nationaliteit kan krijgen. Hoe noemt men dit soort huwelijk?
Slide 30 - Open question
Door wie kan eee huwelijk nietig worden verklaard?
A
door de ouders van een minderjarige
B
door een van de echtgenoten
C
door de ex-echtgenoot
D
door de rechter
Slide 31 - Quiz
Voor welke van de huwelijksverplichtingen kan men dispensatie vragen bij de rechter?
A
opvoeding kinderen
B
getrouwheid
C
huishoudelijke schulden
D
hulp en bijstand
Slide 32 - Quiz
Wat is een "verknochte" zaak die niet in de gemeenschap van goederen valt?
A
een fiets
B
een studieschuld
C
een schilderij
D
een huisdier
Slide 33 - Quiz
Voor welke van deze handelingen heeft de echtgenoot toestemming nodig van de andere?