Oefening 1: noteer de voorzetsels
1: Omstreeks half zes ga ik naast de telefoon wachten, want ik krijg een telefoontje van mijn mentor.
2: Mijn mentor belde om half twee met de mededeling dat ik ben geslaagd voor mijn vmbo.
3: Op de hoek van mijn bureau op de zolder bij mijn ouders ligt mijn lievelingspen.
4: Wil jij de was over het randje van de trap naar de zolder hangen?
5: Na het telefoontje belde ik mijn lieve oma die samen met opa in Son woont.