2KGT TH3 Par 4 Je nieren - oefenen

2KGT thema 3
 paragraaf 4: Je nieren
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2KGT thema 3
 paragraaf 4: Je nieren
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Slide

Nieren

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Tekst
Tekst
Uitscheidingsorganen
Koolstofdioxide en water
medicijnen
alcohol
afvalstoffen
Zouten
water
Water, zouten, overtollige vitaminen, afvalstoffen

Slide 5 - Drag question

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urineleider
1
2
3
4

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De nieren
Een nier bestaat uit:
1.  Nierschors
2. Niermerg

3. Nierbekken


Vertel welke functies de onderdelen hebben.
Nierschors
Zuivert bloed.
De afvalstoffen, overtollig water en zouten en allerlei schadelijke stoffen worden uit het bloed gehaald.
Niermerg
Zuivert bloed.
De afvalstoffen, overtollig water en zouten en allerlei schadelijke stoffen worden uit het bloed gehaald.
Nierbekken
Hier worden de stoffen verzameld. De stoffen samen heten urine
Urineleider
via het nierbekken komt de verzamelde urine in de urineleider. Het wordt afgevoerd naar de urineblaas. Daar wordt het opgeslagen zodat je niet elk moment naar de w.c. moet.
Urinebuis
Als de urineblaas vol zit, krijg je aandrang om te plassen.
Via de urinebuis (de plasbuis) verlaat de urine je lichaam. 
Het gezuiverde bloed komt via de nierader terecht in de bloedsomloop.
Het bloed behoudt de bloedcellen en voldoende vocht.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Filteren

Nieren filteren per dag 200 liter vocht

99% komt weer terug in de bloedsomloop

Bij vocht te kort heb je donkere urine

Bij veel drinken is je urine licht van kleur


Bekijk je ochtendurine, hoe ruikt urine soms?

Slide 12 - Slide


Wat is de functie van de nieren?
A
Afvalstoffen uit het bloed halen
B
Zuurstof aan het bloed toevoegen
C
Voedingstoffen aan het bloed toevoegen
D
Koolstofdioxide verwijderen

Slide 13 - Quiz

Door welk bloedvat worden de nieren van zuurstof en voedingsstoffen voorzien?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten

Slide 14 - Quiz


Waar wordt urine verzameld?
A
Nierschors
B
Nierbekken
C
Niermerg
D
in de lever

Slide 15 - Quiz

Welke onderdelen filteren
het bloed niet?
A
Nierschors
B
Niermerg
C
Nierbekken en urineleider
D
Nieren filteren geen bloed

Slide 16 - Quiz

Wat zijn de "zuiveringsinstallaties"
van je lichaam?
A
Lever en maag
B
Lever en nieren
C
Maag en nieren
D
Lever, maag en nieren

Slide 17 - Quiz


Hoe heet orgaan nummer 10?
A
slokdarm
B
lever
C
nieren
D
maag

Slide 18 - Quiz


Onder welk orgaanstelsel vallen de nieren?
A
verteringstelsel
B
uitscheidingstelsel
C
bloedvatenstelsel
D
zenuwstelsel

Slide 19 - Quiz

Welk orgaan is het meest getransplanteerd in 2020?
A
nieren
B
hart
C
long
D
lever

Slide 20 - Quiz

Hoeveel urine ontstaat er per dag
in je nieren?
A
5 liter
B
1.5 liter
C
2.5 liter
D
3 liter

Slide 21 - Quiz

Welke organen zorgen ervoor dat de alcohol in je lichaam afgebroken wordt?
A
Darmen
B
Lever
C
Nieren
D
Slokdarm

Slide 22 - Quiz

Je nieren halen 3 soorten afvalstoffen uit het bloed welke?
A
Oude rode bloedcellen
B
koolstofdioxide
C
giftige stoffen
D
water

Slide 23 - Quiz


De nieren liggen.....
A
Laag in de buikholte
B
In het midden van de buikholte
C
Hoog in de buikholte
D
In de borstholte

Slide 24 - Quiz

Bij een nierbekkenontsteking is de wand van een nierbekken ontstoken. Dit kan worden veroorzaakt door bacteriën die via de urinewegen van buiten het lichaam zijn gekomen.
Door welke delen zijn de bacteriën achtereenvolgens gekomen?
A
nierbekken - urinebuis – urineblaas – urineleider 
B
urineblaas - urinebuis – urineleider – nierbekken
C
urineleider – urineblaas – urinebuis – nierbekken
D
urinebuis – urineblaas – urineleider – nierbekken

Slide 25 - Quiz


Wat zijn de functies van je nieren?
A
Geven een signaal af als je blaas vol is en dan moet je plassen.
B
bloed filteren en urine maken
C
afbreken alcohol en medicijnen
D
opslaan van eiwitten en glucose

Slide 26 - Quiz

Urineblaas

Slide 27 - Open question

Nierbekken

Slide 28 - Open question

Urineleiders

Slide 29 - Open question

Nierschors en Niermerg

Slide 30 - Open question

Urinebuis

Slide 31 - Open question

Nieren

Slide 32 - Open question

Leerdoel



1.  Je kunt de onderdelen van de nieren benoemen en daaraan hun functie koppelen.




Slide 33 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 34 - Mind map

Wat vind je nog lastig?
Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 35 - Mind map

Het gezuiverde bloed komt via de nierader terecht in de bloedsomloop.
Het bloed behoudt de bloedcellen en voldoende vocht.

Slide 36 - Slide

Zuivering bloed
Samenvatting:

Nierschors en niermerg bevatten filtertjes.

Filteren uit het bloed:                               Filter
* afvalstoffen                                                                 * Bloedcellen kunnen er niet door, blijven in het bloed
* teveel aan vitamines en zouten                         * Water kan heen en weer --> Hoeveelheid vocht in lichaam blijft constant
* allerlei schadelijke stoffen (bestanddelen van medicijnen / giftige stoffen)

Het gezuiverde bloed baat via de nierader terug in de bloedsomloop.

Nierbekken
Bevat alles wat uit het bloed is gehaald.
Via de urineleider wordt het opgeslagen in de blaas. Als de blaas vol is, verlaat het vocht het lichaam via de urinebuis

Slide 37 - Slide

Ureum
Ureum hoopt op bij ernstige nierschade

Ureum is een afvalproduct dat ontstaat in de lever bij de vertering van eiwittenen aminozuren. Deze stoffen zitten vooral in dierlijke voedingsmiddelen, zoals vlees. 
Als de nieren nauwelijks nog werken, kunnen ze ureum niet uit het bloed halen. Dan raakt het lichaam vergiftigd. Daarom moeten veel mensen met ernstige nierschade een dieet volgen met (onder andere) minder eiwitten.


Slide 38 - Slide