Startopdracht (in stilte)
1. Wat is het verschil tussen een mengsel en een zuivere stof?
2. Leg uit wat een oplossing is en noem een voorbeeld.
3. Leg uit wat een suspensie is en noem een voorbeeld.
4. Leg uit wat een emulsie is en noem een voorbeeld.
5. Wat is een oplosmiddel?
6. Wat is het verschil tussen een oplossing en een suspensie?
7. Met wat voor stof kun je een emulsie laten mengen?