examen oefenen schrijven

Oefenen schrijven
10 open vragen over je schrijfopdracht. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Oefenen schrijven
10 open vragen over je schrijfopdracht. 

Slide 1 - Slide

In de inleiding moet je jezelf voorstellen. Met welk woord begin je de inleiding niet?

Slide 2 - Open question

In de inleiding moet je jezelf voorstellen. Hoe kun je dat wel doen?

Slide 3 - Open question

In de inleiding moet je de aanleiding van je mail of artikel schrijven. Hoe kun je beginnen? Schrijf een voorbeeld op.

Slide 4 - Open question

Welke conventie is belangrijk bij het schrijven van een artikel?

Slide 5 - Open question

Welke conventie is belangrijk bij het schrijven van een e-mail/ zakelijke brief?

Slide 6 - Open question

Je schrijft een e-mail naar meneer de bruin. Hoe is de aanhef?

Slide 7 - Open question

Wat moet je tussen de alinea's niet vergeten?

Slide 8 - Open question

In de schrijfopdracht moet een datum + tijdstip worden geschreven. Hoe schrijf je dit? (bedenk zelf een dag en tijd)

Slide 9 - Open question

In de schrijfopdracht moet een datum + tijdstip worden geschreven. Hoe schrijf je dit? (bedenk zelf een dag en tijd)

Slide 10 - Open question

Noteer de juiste slotformule bij de brief/e-mail. Gebruik je eigen naam.

Slide 11 - Open question

Formuleren

Slide 12 - Slide

Hoeveel fouten staan in deze zin?
Mijn naam is Amy en zit op mavo muurhuizen.
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 13 - Quiz

Verbeter de volgende zin: 'De reden dat ik u schrijf, is omdat ik een vraag heb.'

Slide 14 - Open question

Verbeter de volgende zin: 'Een aantal leerlingen uit mijn klas hebben een vraag.'

Slide 15 - Open question

Verbeter de volgende zin: 'Na aanleiding van uw oproep stuur ik deze brief.'

Slide 16 - Open question

Verbeter de volgende zin: 'Ik wil voorkomen dat er geen problemen zijn.'

Slide 17 - Open question

Verbeter de volgende zin: 'Zou u is willen kijken naar mijn voorstel?'

Slide 18 - Open question

Verbeter de volgende zin: 'Graag zou ik binnen twee weken een reactie terug willen.'

Slide 19 - Open question

Verbeter de volgende zin: 'Over dat voorstel wilde Mike nog lang over nadenken.'

Slide 20 - Open question

Verbeter de volgende zin: 'Het is een voorstel die ik niet goed vind.'

Slide 21 - Open question

Verbeter de volgende zin: 'Bij ons in de klas slapen het merendeel van de kinderen laat.'

Slide 22 - Open question

Zinnen formuleren
Daar ben ik goed in
Dat lukt me redelijk
Dat vind ik lastig
Slecht ik ben in ;-)

Slide 23 - Poll