M2, TR16, Stijlfiguren

Eufemisme
Je zegt het zachter dan de werkelijkheid is:
- Hij is interieurverzorger.
- Opa is heengegaan. 
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Eufemisme
Je zegt het zachter dan de werkelijkheid is:
- Hij is interieurverzorger.
- Opa is heengegaan. 

Slide 1 - Slide

Metonymia
Bij een metonymia worden twee dingen met elkaar vergeleken, die niet op elkaar lijken.
Er zijn acht veel voorkomende metonymieën:

Slide 2 - Slide

Metonymie 
  • deel ipv geheel => 'neuzen tellen'
  • geheel ipv deel => 'Nederland heeft het WK gewonnen.
  • Omhulsel ipv inhoud => Lust je nog een bord?
  • Poducent ipv product => 'de nieuwste Apple'

Slide 3 - Slide

Metafoor
Een metafoor lijkt op een vergelijking, alleen noem je bij een metafoor alleen het beeld. Het object wordt weggelaten:
De prinses van de klas... Dat meisje is niet echt een prinses, maar gedraagt zich alleen zo.

Slide 4 - Slide

Metafoor
Beeld: het schip der woestijn.

Werkelijkheid: --->

Werkelijkheid staat dus niet in de tekst.

Slide 5 - Slide

'Wil je nog een glaasje?'
Hierin herken je:
A
Metafoor
B
Metonymia
C
Vergelijking met als

Slide 6 - Quiz

De veilingmeester heeft vandaag twee Rembrandts verkocht.'
Hierin herken je:
A
Metafoor
B
Metonymia

Slide 7 - Quiz

Benoem de stijlfiguur:
Gisteren dronk hij een glaasje teveel.
A
Metafoor
B
Metonymia

Slide 8 - Quiz

Hij ging er als een haas vandoor
is een
A
metafoor
B
vergelijking met als
C
metonymia

Slide 9 - Quiz


Slide 10 - Open question