3 HAVO Deutsch Prüfungsquiz Kapitel 1

Prüfungsquiz - Kapitel 1
Wie gut bist du schon auf die Prüfung vorbereitet?
A. Wortschatz
B. Grammatik
C. Redemittel
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Prüfungsquiz - Kapitel 1
Wie gut bist du schon auf die Prüfung vorbereitet?
A. Wortschatz
B. Grammatik
C. Redemittel

Slide 1 - Slide

Vertaal: das Gebäude - der Flughafen - das Zelt - traumhaft - ordentlich

Slide 2 - Open question

Vertaal: elk jaar - bovendien - de zaklamp - het doel - gebruiken

Slide 3 - Open question

etwas auswendig lernen
die Vokabeln lernen
einen Fehler machen
eine Fremdsprache lernen
een fout maken
iets uit je hoofd leren
de woorden leren
een vreemde taal leren

Slide 4 - Drag question

Grammatik A:
Hoe maak je het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord?
A
ge + stam + t
B
ge + stam + en
C
stam + t
D
stam + en

Slide 5 - Quiz

Grammatik A:
Wanneer voeg je bij het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord een extra -e toe?
A
als de stam eindigt op -ieren
B
als de stam eindigt op een sisklank
C
als de stam eindigt op een -d of -b
D
als de stam eindigt op een -d/-t

Slide 6 - Quiz

Grammatik A: Hoe maak je het voltooid deelwoord van telefonieren, probieren, studieren?
A
getelefoniert - geprobiert - gestudiert
B
telefoniert - probiert - studiert
C
getelefonieren - geprobieren - gestudieren
D
telefoniertet - probiertet - studiertet

Slide 7 - Quiz

Grammatik A: Hoe maak je het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord?
A
ge + stam + t
B
stam + en
C
ge + stam + en
D
Onregelmatig

Slide 8 - Quiz

Schrijf het voltooid deelwoord op van fahren, gehen, sprechen

Slide 9 - Open question

haben, sein, werden
Welche Formen kennst du?

Slide 10 - Mind map

Grammatik C: Die Zahlen. Schreibe die Zahlen als Wort: 32 - 400 - 283 - 60 - 45 - 9

Slide 11 - Open question

Grammatik C: Die Uhrzeit. Wie spät ist es?
08.20 - 10.15 - 13.00 - 15.30 - 16.45 - 20.00

Slide 12 - Open question

Grammatik D: im, am, um, von-bis
Übersetze: in januari - om half 5 - op maandag - van dinsdag tot vrijdag - in de herfst

Slide 13 - Open question

Redemittel: Hoe zeg je dat je op de havo zit?
A
Ich gehe in die Havo
B
Ich gehe ins Gymnasium
C
Ich gehe in die Realschule
D
Ich gehe auf Realschule

Slide 14 - Quiz

Redemittel: Hoe zeg je dat je Duits makkelijker vind dan Frans?

Slide 15 - Open question

Wie gut bist du bereits auf die Prüfung vorbereitet?
Gut!
Ich muss die Grammatik noch mehr üben
Ich muss die Wörter noch besser lernen
Ich muss die Redemittel noch besser lernen
Ich habe noch einige Fragen
Ich habe noch viel zu tun

Slide 16 - Poll