Tekstverbanden en leespubliek

Tekst-
verbanden

Leespubliek
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tekst-
verbanden

Leespubliek

Slide 1 - Slide

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Welke tekstverbanden hebben jullie al behandeld in de hoofdstukken 1t/m 3?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Nieuw tekstverband dit hoofdstuk:
Uitleggend tekstverband

Slide 10 - Slide

Soms wordt in een tekst iets met voorbeelden uitgelegd.
Je herkent dat aan de signaalwoorden "bijvoorbeeld" of "zoals". Deze signaalwoorden geven dus een "uitleggend" tekstverband aan. Dit tekstverband kom je vaak tegen, want voorbeelden maken meteen duidelijk wat er wordt bedoeld.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

LEESPUBLIEK
Een schrijver schrijft zijn tekst niet voor iedereen, maar voor een bepaalde groep lezers. Deze lezers noem je het "leespubliek".

Slide 14 - Slide

Hoe kom je te weten voor welk leespubliek een tekst is bedoeld? Let dan hierop:
*het soort afbeeldingen
*de bron
*het taalgebruik
*het onderwerp
*hoe de lezer wordt aangesproken: met "u" of "jij"

Slide 15 - Slide

De stof voor de tweede proefwerkweek Nederlands is:


Leesvaardigheid H 1 t/m 4

Alleen de onderdelen Lezen h 1 t/m 4

Boek A en B!!

Zie mail voor wat je precies moet leren

Slide 16 - Slide

Doen: vanaf blz 20

Maken opdracht 1, 2,3,4,8,10,13

Slide 17 - Slide