Position of adverbs

Today
Uitleg en oefening woordvolgorde (bijwoorden)

Opdrachten check

Aan de slag met opdrachten of planning

1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Today
Uitleg en oefening woordvolgorde (bijwoorden)

Opdrachten check

Aan de slag met opdrachten of planning

Slide 1 - Slide

How was your weekend?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Aims:
At the end of this lesson:
- you can put sentences in the correct word order
- you can correctly place positions of adverbs 

Slide 3 - Slide

Adverbs of frequenty: bijwoorden van frequentie
always               =        altijd
often                  =        vaak
never                 =        nooit
sometimes      =         soms
usually              =         meestal
rarely                 =         zelden
 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoe ga je te werk?
1.  zoek als eerst het werkwoord op.
2.  plaats dan het bijwoord van frequentie VOOR het werkwoord.
LET OP!
Als het werkwoord een vorm is van to be (am, are, is, was, were) dan staat het bijwoord van frequentie ACHTER het werkwoord.


Slide 6 - Slide

Staat het bijwoord op de juiste plek?:
Louise is never nervous about anything.
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

1. He __________ listens __________ to the radio.

2. They ___________ read ___________ a book.

3. Tom _________ is _________ very friendly. 

4. Pete _________ gets _________ angry. 

5. We _________ are _________ on time. 
Sleep het bijwoord op de juiste plek
often
sometimes
usually
never
always

Slide 8 - Drag question

I take sugar in my coffee. (sometimes)

Slide 9 - Open question

Ramon and Jonas are hungry. (often)

Slide 10 - Open question

We are late for school. (never)

Slide 11 - Open question

Zinsvolgorde
Concrete tijdaanduidingen (bijwoorden van tijd) staan aan het begin of eind van de zin:

 
Yesterday, I got up early.
I got up early yesterday.
Maak het jezelf makkelijk – tijd altijd achteraan


Slide 12 - Slide

Plaats + tijd
              
- Ben walks to work every morning.
- Sam has been in Canada since April.
- I'm going to Paris on Monday.

Plaats staat altijd voor de tijd. Maak het jezelf makkelijk en zet altijd de tijd achteraan in een zin.

Slide 13 - Slide

Zinsvolgorde:
Zinsvolgorde:
Wie doet wat waar wanneer?

My sister drove to Italy last summer
I went to school last week
I got up late for swimming this morning

Slide 14 - Slide

tennis on a Sunday play I sometimes

Slide 15 - Open question

to showed I my friend last week my new music player

Slide 16 - Open question

Aims: (check)
At the end of this lesson:
- you can put sentences in the correct word order
- you can place an adverb of frequency in the correct spot
- you can correctly place positions of adverbs 

Slide 17 - Slide

En, snap je alles?
A
Ja
B
Nee
C
Na extra oefenen wel

Slide 18 - Quiz

Van wie mis ik nog opdrachten?
Zoo:
Kimo, Jill, Janaica

City:
Benthe, Ties, Dylan, Mitch, Adam, Janaica

Slide 19 - Slide

Klopt iets op mijn lijst niet? Geef het dan hier aan met je naam + opdracht

Slide 20 - Open question

What now?
Zorg dat al je opdrachten af en ingeleverd zijn

Alle 3 af? 
- Maak de opdrachten in de planning
- Oefen daarna voor het SO (Chapter 6 C+G and Stone 17+18)

Slide 21 - Slide