Klas 3, T3 paragraaf 1, organismen ordenen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo, havo
• Leerjaar 2

Thema 3

Goedemorgen!

• Telefoon in de kluis
• Chromebook op tafel, dicht!!!
• Tassen van de tafel
• 1 x waarschuwen en dan...
• iedereen zit op zijn eigen plek, apart!!!

Thema 3

Ordening 

paragraaf 1

Organismen ordenen

In deze lesson up:

• Voorbereiden paragraaf 1
• Huiswerk 

Doelen:

3.1.1 Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.

3.1.2 Je kunt kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.

3.1.3 Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Doelen:

Wat weet je nog van het thema ordening van klas 1?

We gaan ons geheugen even opfrissen: 

Log in bij lessonUp

Ordening verdeel je in

1. 4 rijken
2. 4 soorten
3. 4 afdelingen
4. 4 rassen

Ordenen is het indelen van een verzameling in groepen

1. Ja
2. nee

Hoe ordenen biologen organismen?

1. Cellen en uiterlijke kenmerken
2. Cellen en DNA
3. DNA en soort
4. Soort en ras

wat is ordenen

1. zorgen dat het stil is, orde houden
2. orders maken voor verzending
3. de verschillen zoeken
4. verdelen in groepen met dezelfde kenmerken

De kleinste groep bij ordening is?

1. Geslacht
2. Ras
3. soort

Wat is geen rijk bij het ordenen?

1. Bacterien
2. Dieren
3. Mensen
4. Schimmels

Wat is een voorbeeld van ordenen?

1. Je kamer opruimen
2. Het tellen van schoolboeken
3. Schoonmaken

Een skelet is een kenmerk om dieren te ordenen

1. ja
2. nee

Van chaos-> naar orde

Ordenen

Waar zijn deze organismen allemaal hetzelfde in?

Ordenen

Het zijn allemaal dieren!

Bij ordenen verdeel je een verzameling in een groepen met hetzelfde kenmerk. 

Denk nog even terug aan hoe je tot een ordening bent gekomen met maar 4 groepen.

Met welke eisen, orden je dan?

Ordenen

Biologen ordenen aan de hand van gemeenschappelijke kenmerken. 

Ze delen ze op in groepen=

ORDENING

Steeds grotere groepen

Soort= luipaard

Geslacht= panters

Familie= katachtigen

Orde= roofdieren

Klasse= zoogdieren

Stammen= gewervelden

Rijk= Dieren

Van groot naar klein!

Je begint met één van de rijken:

Bacteriën

Schimmels

Planten 

Dieren

Ordenen aan de hand van kenmerken

De 4 rijken en ordening cellen

1= bacterie, geen celkern, 1-cellig

2=dierlijk, geen celwand           

3=plant, celwand, celkern en    

bladgroenkorrel

4=schimmel, celwand en          

celmembraan

dieren, plant en schimmels= meercellig

Verdere verdeling: extra info

pantoffeldiertje

soorten en rassen

Verschillende soorten.

Wel familie, geen vruchtbare nakomelingen

Wel nakomeling, niet vruchtbaar!!!

X

Tijger

Lijger

Leeuw

soorten en rassen

Verschillende rassen.

Zelfde soort, wel vruchtbare nakomelingen

Evaluatie

Hoe worden de verschillende organismen geordend?

Hoe weet je dat een organisme bij een bepaald rijk hoort?

Noem de verschillen tussen de cellen van het dierenrijk en het plantenrijk?

Wat is dit? Bacterie of dier?

Huiswerk

Lezen thema 4, paragraaf 1 en paragraaf 2 en maak de opdrachten!!!

bb, opdracht 10 en 11 niet!

Lees de tekst goed, zo worden de opdrachten makkelijker en leer je meer!

Tot slot:

Een virus is geen bacterie!!!

Een virus is geen zelfstandig levend organisme. Deze heeft een gastheer nodig om te kunnen overleven en te kunnen vermeerderen. Die gastheer zijn dus wij of een ander organisme!!!

Waarom moet je nou je handen wassen als er een virus is? Helpt dat nou ook echt? Zoals nu bij het coronavirus?

Huiswerk:

Deze week behandelen we paragraaf 1 en 2

Vragen naar aanleiding van deze tweede paragraaf?