This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Thema 4
Slide 1 - Slide
Goedemorgen!
Telefoon in tas of kluis
Chromebook op tafel, dicht!!!
Tassen van de tafel
En....direct aan de slag!
Slide 2 - Slide
Thema 4
Ordening
paragraaf 1
Organismen ordenen
Slide 3 - Slide
In deze lesson up:
Evaluatie thema 3
Voorbereiden paragraaf 1
Huiswerk
Slide 4 - Slide
Doelen:
1. Je kunt organismen indelen in vier rijken. Van elk rijk kun je de gemeenschappelijke kenmerken noemen.
2. Je kunt de groepen benoemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk. Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren.
Slide 5 - Slide
Opdracht:
Pak uit je etui 5 verschillende items. Leg ze voor je neer.
Ga samen met je buur de 10 items netjes ordenen.
Je mag maar 4 verschillende groepjes maken
Ga nu samen met een ander tweetal.
Orden het nu nog een keer
Nog steeds 4 verschillende groepen.
timer
2:00
Slide 6 - Slide
Evaluatie:
Wat was handiger: ordenen met z'n tweeën of met z'n vieren?
Was was het verschil tussen de twee groepjes?
Hoe ben je tot een oplossing gekomen?
timer
2:00
Slide 7 - Slide
Van chaos-> naar orde
Slide 8 - Slide
Ordenen
Waar zijn deze organismen allemaal hetzelfde in?
Slide 9 - Slide
Ordenen
Het zijn allemaal dieren!
Bij ordenen verdeel je een verzameling in een groepen met hetzelfde kenmerk.
Denk nog even terug aan hoe je tot een ordening bent gekomen met maar 4 groepen.
Met welke eisen, orden je dan?
Slide 10 - Slide
Ordenen
Biologen ordenen aan de hand van gemeenschappelijke kenmerken.
Ze delen ze op in groepen=
ORDENING
Slide 11 - Slide
Steeds grotere groepen
Soort= luipaard
Geslacht= panters
Familie= katachtigen
Orde= roofdieren
Klasse= zoogdieren
Stammen= gewervelden
Rijk= Dieren
Slide 12 - Slide
Van groot naar klein!
Je begint met één van de rijken:
Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren
Slide 13 - Slide
Ordenen aan de hand van kenmerken
Slide 14 - Slide
De 4 rijken en ordening cellen
1= bacterie, geen celkern, 1-cellig
2=dierlijk, geen celwand
3=plant, celwand, celkern en
bladgroenkorrel
4=schimmel, celwand en
celmembraan
dieren, plant en schimmels= meercellig
Slide 15 - Slide
Verdere verdeling: extra info
pantoffeldiertje
Slide 16 - Slide
soorten en rassen
Verschillende soorten.
Wel familie, geen vruchtbare nakomelingen
Slide 17 - Slide
Wel nakomeling, niet vruchtbaar!!!
X
Tijger
Lijger
Leeuw
Slide 18 - Slide
soorten en rassen
Verschillende rassen.
Zelfde soort, wel vruchtbare nakomelingen
Slide 19 - Slide
Evaluatie
Hoe worden de verschillende organismen geordend?
Hoe weet je dat een organisme bij een bepaald rijk hoort?
Noem de verschillen tussen de cellen van het dierenrijk en het plantenrijk?
Wat is dit? Bacterie of dier?
Slide 20 - Slide
Huiswerk
Lezen thema 4, paragraaf 1 en paragraaf 2 en maak de opdrachten!!!
bb, opdracht 10 en 11 niet!
Lees de tekst goed, zo worden de opdrachten makkelijker en leer je meer!
Slide 21 - Slide
Tot slot:
Een virus is geen bacterie!!!
Een virus is geen zelfstandig levend organisme. Deze heeft een gastheer nodig om te kunnen overleven en te kunnen vermeerderen. Die gastheer zijn dus wij of een ander organisme!!!
Waarom moet je nou je handen wassen als er een virus is? Helpt dat nou ook echt? Zoals nu bij het coronavirus?