Thema 7, week 2 Les 6a VERKEER NE VERVOER

groep 5
Thema 7 - week 1 - les 5

MAAK
25 OPDRACHTEN
1 / 23
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

groep 5
Thema 7 - week 1 - les 5

MAAK
25 OPDRACHTEN

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

lesdoel
Ik leer twaalf woorden over verkeer en vervoer.

Slide 3 - Slide

Luister goed
Onderstreep de woorden in de tekst die met verkeer en vervoer te maken hebben.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

de achteruitkijkspiegel
de spiegel bij de bestuurder waarmee je het verkeer achter je ziet.

Je moet altijd goed in je achteruitkijkspiegel kijken als je in de auto zit.

Slide 9 - Slide

het asfalt
     zwarte of grijze straatbedekking


Als het regent kan het asfalt op de weg glad worden.

Slide 10 - Slide

de bocht afsnijden
een bocht erg krap nemen


Als je de bocht afsnijdt kom je op de verkeerde weghelft terecht. Dat is heel gevaarlijk.

Slide 11 - Slide

de ijzel
     dun laagje bevroren regen


Door de ijzel was het spekglad geworden op de weg.

Slide 12 - Slide

inhalen
     iemand voorbij gaan


De witte auto mag hier niet inhalen. Hoe weet ik dat?

Slide 13 - Slide

de ophaalbrug
     een brug die omhoog geklapt kan worden, zodat er boten langs kunnen

In de zomer gaat de ophaalbrug vaak open, omdat er dan veel plezierboten varen.


Slide 14 - Slide

slippen
     als een auto over de weg glijdt en niet meer goed te besturen is

Als het glad is moet je voorzichtig rijden anders kun je gaan slippen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

de splitsing
een plaats waar een weg zich in twee wegen verdeelt


Moet ik op de splitsing nu linksaf of rechtsaf?

Slide 17 - Slide

versperren
  ervoor zorgen dat niemand er langs kan

De wegen bij onze school  zijn versperd, omdat ze bezig zijn met het graven van een tunnel.

Slide 18 - Slide

het viaduct
een verkeersbrug over een andere weg


Ben jij wel eens over een viaduct gereden?


Slide 19 - Slide

de voorrang
als je in het verkeer als eerste mag rijden of lopen en andere mensen moeten wachten

Op een voorrangsweg heb ik voorrang, dan mag ik gewoon doorfietsen.

Slide 20 - Slide

de wegwerkzaamheden
reparaties die worden uitgevoerd aan wegen
Er zitten veel gaten in de weg daarom wordt de weg gerepareerd. Deze wegwerkzaamheden duren 2 dagen.

Slide 21 - Slide

TAAL
 Thema 7, week 2, Les 6a

OPGAVE 1D

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link