HAVO 5S - Clase 7_periodo 1 (30-09-2024): Comprensión oral

1 / 28
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

    zh5_s.sptl1
     Clase 7 del periodo 1
     ¡Bienvenidos!

Slide 3 - Slide

Los objetivos de la lección
Comprensión oral: Aprender a opinar en español con el verbo gustar.
Comprensión oral: Describir los objetos en clase.

Slide 4 - Slide

La comprensión oral
Tijdens de mondelinge examens krijg je van de docent meerdere foto's te zien van objecten die je vervolgens in het Spaans moet beschrijven. Het kunnen allerlei objecten zijn en het is belangrijk dat je goed werkt aan je Spaanse woordenschat. Jullie beschrijven de afbeelding a.d.h.v. wat jullie zien. Denk aan kleur, eventuele afmetingen, materiaal van waar het gemaakt is etc. Daarnaast geven jullie ook een mening die jullie vervolgens toelichten. Denk eraan dat de mondelinge in volledige zinnen moeten zijn en niet in losse woorden.Je zult tussen de 5 à 10 minuten krijgen om je examen te kunnen doen en alles wat je in de lessen geleerd hebt moet worden toegepast.

Slide 5 - Slide

Los requisitos
  • Beschrijf de objecten met de correcte bijvoeglijke naamwoorden (denk aan kleuren materialen waarvan de desbetreffende objecten zijn gemaakt);
  • Je moet een mening kunnen geven over de objecten die vervolgens ook beargumenteerd moet worden;
  • Je moet de Spaanse vragen die door de docenten worden gesteld correct antwoorden.


Slide 6 - Slide

La evaluación del examen
Je wordt op het volgende beoordeeld:
  • Uitspraak;
  • Woordenschat;
  • Grammaticale correctheid;
  • Het kunnen beantwoorden van de vragen

¡OJO! Bij binnenkomst moet meteen Spaans worden gesproken. 

Slide 7 - Slide

¡OJO!
Bij de mondeling is het belangrijk dat je alleen datgene benoemt wat je ziet. Maak het niet ingewikkeld voor jezelf en laat je absoluut niet door de zenuwen beïnvloeden zo voorkom je fouten. Dus ga niet zaken erbij verzinnen alleen omdat je denkt dat het moet.

Slide 8 - Slide

Opinar (gustar y encantar) y explicar

Slide 9 - Slide

La recapitulación de la clase pasada
Aprendimos dos formas de opinar en español con las formas afirmativas (indicativo) y formas negativas (subjuntivo). Ahora vamos a opinar con los verbos gustar, encantar y vamos a aprender cómo argumentar una opinión:

porque, dado que, ya que, visto que y puesto que + explicación. Por ejemplo:
Me gusta este iPhone 16, porque ahora es posible descargar más aplicaciones.

Slide 10 - Slide

Algunos ejemplos
Me gusta cocinar comida italiana, dado que es muy rica.
Ik vind het leuk om Italiaans te koken, omdat het heerlijk is.
No me gusta ver documentales, ya que son demasiados aburridos.
Ik houd er niet van om naar documentaires te kijken, want zij zijn heel saai.
Me encantan las obras de Velázquez, puesto que su estilo es original  y él contribuyó mucho a la historia del arte español.
Ik houd veel van de werken van Velázquez aangezien zijn stijl origineel is en hij heeft veel bijgedragen aan de Spaanse kunstgeschiedenis.
No me encantan las obras literarias del siglo XVI, visto que consisten en temas que no me interesan.
Ik houd  niet veel van literaire werken van de 16e eeuw gezien het uit het thema's bestaan die mij niet interesseren.

¡OJO! Gustar, encantar e interesar se conjugan al mismo. Entonces ten en cuenta cuando estés refiriéndose a un verbo o sustantivo.

Slide 11 - Slide

¡A practicar!

Slide 12 - Slide

Describir los objetos

Slide 13 - Slide

El uso del verbo ser 
Voor het beschrijven van materialen heb je twee vormen van het werkwoord "ser" nodig; es (enkelvoud) en "son" (meervoud). Daarnaast heb je ook het voorzetsel "de" nodig en dit betekent "van":

El libro es de papel. - Het boek is van papier.
Los periódicos son de papel. - De kranten zijn van papier.

Slide 14 - Slide

Palabras claves para utilizar durante el examen
Fondo = achtergrond
Primer plano = voorgrond
Veo = ik zie
Hay = er is/er zijn
Parece a / parecen a = het lijkt op

Slide 15 - Slide

¡A trabajar!
Vamos a describir algunos objetos en clase para que podamos preparar para el examen oral.  ¡Cada persona debe hablar!

¡Consejo! 
Utiliza el vocabulario para que puedas buscar nuevas palabras. Puedes usar tanto el vocabulario físico como en línea: https://www.interglot.com/ 
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Para la próxima clase
  • Ve Somtoday para los deberes.

Slide 24 - Slide

Periodo 1
Semana 43: 21 oct - 27 oct

SE 1: Gespreksvaardigheid
Een object beschrijven en je mening geven (inclusief beargumenteren).

SE 1: Schrijfvaardigheid
Over jezelf en over jouw toekomst (uitgebreid).

Slide 25 - Slide


¿Qué has aprendido hoy?

Slide 26 - Open question

¿Hay preguntas?


Slide 27 - Slide

¡Hasta la próxima clase!

Slide 28 - Slide