Sterke werkwoorden met a en e in de stam vervoegen in het Duits

Sterke werkwoorden met a en e in de stam vervoegen in het Duits
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Sterke werkwoorden met a en e in de stam vervoegen in het Duits

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat sterke werkwoorden zijn.
- Je kunt sterke werkwoorden met a en e in de stam vervoegen in de tegenwoordige tijd.

Slide 2 - Slide

Leg de leerdoelen uit en bespreek met de leerlingen wat ze al weten over het vervoegen van werkwoorden in het Duits.
Wat weet je al over het vervoegen van werkwoorden in het Duits?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden zijn werkwoorden waarvan de stam in de verleden tijd verandert.
Bijvoorbeeld: spreken - sprak, lopen - liep.

Slide 4 - Slide

Leg uit wat sterke werkwoorden zijn en geef voorbeelden.
Vervoegen met a en e
Werkwoorden met a of e in de stam veranderen deze klinkers naar ä of ö in de tweede en derde persoon enkelvoud en meervoud.
Bijvoorbeeld: sprechen - er spricht, wir sprechen.

Slide 5 - Slide

Leg uit hoe werkwoorden met a of e in de stam worden vervoegd in de tegenwoordige tijd en geef voorbeelden.
Voorbeelden
sprechen - du sprichst
essen - er isst
geben - ihr gebt

Slide 6 - Slide

Laat de leerlingen oefenen met het vervoegen van werkwoorden met a en e in de stam. Bespreek de antwoorden klassikaal.
Herhaling
Wat zijn sterke werkwoorden?
Hoe worden werkwoorden met a en e in de stam vervoegd in de tegenwoordige tijd?

Slide 7 - Slide

Herhaal de belangrijkste begrippen en laat de leerlingen kort samenvatten wat ze hebben geleerd.

Slide 8 - Link

This item has no instructions

Slide 9 - Link

This item has no instructions

Einde van de les
Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 10 - Slide

Rond de les af en geef aan wat er in de volgende les behandeld zal worden.

Slide 11 - Link

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.