Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§11.1 Eigenschappen en chromosomen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4
This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
7.5 Eten en ademen bij dieren
Ga rustig zitten en pak je lesboek en schrift alvast voor je.
Welkom!
§11.1 Eigenschappen en chromosomen
Slide 1 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Planning en leerdoelen
Uitleg §11.1 (deel 1)
Aan de slag!
Uitleg §11.1 (deel 2)
Aan de slag!
Afsluiten
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kunt de volgende begrippen in eigen woorden uitleggen: erfelijke eigenschap, chromosomen, DNA, gen, fenotype, genotype en aanleg.
Je kunt uitleggen wat een chromosomenkaart is en kunt een afbeelding hiervan uitleggen.
Je kunt de volgende begrippen in de bouw van een lichaamscel beschrijven en in een afbeelding aanwijzen: celmembraan, cytoplasma, celkern, chromosoom, DNA, gen.
Slide 3 - Slide
Wat zijn erfelijke eigenschappen?
Erfelijke eigenschappen =
Eigenschappen die je van je ouders krijgt. (vorm van de oren, oogkleur, lengte etc.)
Fenotype =
Hoe een eigenschap eruit ziet. (oogkleur, huidskleur, haarvorm etc.)
Het fenotype is afhankelijk van:
- erfelijke eigenschappen (oogkleur, huidskleur, lengte, vorm van de neus etc.) - invloeden uit de omgeving (tattoo, piercing, haar verven, plastische chirurgie etc.)
- erfelijke eigenschappen (goed gitaar kunnen spelen) EN
invloeden uit de omgeving (gitaarles volgen)
Slide 4 - Slide
Wat zijn erfelijke eigenschappen?
Slide 5 - Slide
Wat?
Klaar?
Hoe?
Hulp?
Tijd?
individueel (alleen)
lezen: bladzijde 85 en 87
maken: opdracht 4 t/m 15 van 11.1
eerst zachtjes overleggen met degene die naast je zit
daarna mij om hulp vragen
10 minuten
Laat de gemaakte opdrachten door mij controleren.
Daarna mag je verder werken aan de opdrachten van 11.1
timer
10:00
Aan de slag!
Slide 6 - Slide
Waar zit de informatie voor je eigenschappen?
In alle celkernen zitten chromosomen.
Een chromosoom bestaat o.a. uit de stof DNA.
DNA bevat informatie voor al je erfelijke eigenschappen.
Slide 7 - Slide
Wat?
Klaar?
Hoe?
Hulp?
Tijd?
individueel (alleen)
lezen: bladzijde 90, 91 en 93
maken: opdracht 16 t/m 25 van 11.1
eerst zachtjes overleggen met degene die naast je zit
daarna mij om hulp vragen
10 minuten
Laat de gemaakte opdrachten door mij controleren.
timer
10:00
Aan de slag!
Slide 8 - Slide
Waar zit de informatie voor je eigenschappen?
Chromosomen kun je bekijken met een microscoop en fotograferen.
Chromosomenkaart
- laat de chromosomen zien die voorkomen in een lichaamscel.
- chromosomen in paren (tweetallen) gesorteerd op grootte en vorm.
- mensen hebben in iedere cel 23 paar chromosomen (46 chromosomen in totaal).
- het 23e paar bepaalt je geslacht (geslachtschromosomen)
vrouwen XX mannen XY
Slide 9 - Slide
11.1 Eigenschappen en chromosomen
Wat zijn erfelijke eigenschappen?
Eigenschappen > alle kenmerken van een organisme
Erfelijke eigenschappen > eigenschappen die je van je ouders hebt gekregen - genotype > vastgelegd in DNA - fenotype > uiterlijk > hoe een eigenschap eruit ziet (bijv. kleur haar of ogen)
11.1 Weet je nog?
Slide 10 - Slide
11.1 Eigenschappen en chromosomen
Wat zijn erfelijke eigenschappen?
Eigenschappen > alle kenmerken van een organisme
Erfelijke eigenschappen > eigenschappen die je van je ouders hebt gekregen - genotype > vastgelegd in DNA - fenotype > uiterlijk > hoe een eigenschap eruit ziet (bijv. kleur haar of ogen)
Lichaamscellen hebben 46 chromosomen (23 paren).
Geslachtscellen (eicellen en zaadcellen) hebben 23 chromosomen.
Bij de bevruchting smelten de kernen
van de eicel en de zaadcel samen.
De bevruchte eicel waar jij uit ontstaan bent,
bevatte dus 23 chromosomen van je moeder
en 23 chromosomen van je vader.
Hierdoor heb je eigenschappen van je moeder en vader.
§11.2 Chromosomen doorgeven
Slide 11 - Slide
11.1 Eigenschappen en chromosomen
Wat zijn erfelijke eigenschappen?
Eigenschappen > alle kenmerken van een organisme
Erfelijke eigenschappen > eigenschappen die je van je ouders hebt gekregen - genotype > vastgelegd in DNA - fenotype > uiterlijk > hoe een eigenschap eruit ziet (bijv. kleur haar of ogen)
Geslachtschromosomen
Man - X Y Een zaadcel kan dus een X of een Y chromosoom bevatten.
Vrouw - X X Een eicel bevat alleen een X chromosoom.
Celdeling in geslachtsorganen - meiose (reductiedeling)
1. chromosomen zijn onzichtbaar
2. chromosomen worden zichtbaar
3. gelijke type chromosomen vormen paren in het midden
4. de paren splitsen en gaan uit elkaar
5. de twee groepjes chromosomen vormen een celkern. Cel deelt zich in twee.
6. er zijn twee cellen met ieder de helft van het aantal chromosomen
Slide 12 - Slide
Aan de slag
Wat? Maken: opdracht 1 t/m 25 van §11.1
Hoe? Blz. 84 t/m 94
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 1 t/m 9 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Celdeling in lichaamscellen - mitose
1. chromosomen zijn onzichtbaar
2. chromosomen kopiëren zich en worden zichtbaar
3. de verdubbelde chromosomen gaan naar het midden
4. de kopie en het origineel splitsen en gaan uit elkaar. twee groepjes vormen.
5. de twee groepjes chromosomen vormen een celkern. Cel deelt zich in twee.
6. er zijn twee cellen met ieder 46 chromosomen.
Slide 13 - Slide
Afsluiten
Pak je Plenda - dinsdag 25 februari - 6e lesuur BIO - m: 4 t/m 25 van 11.1