This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Soorten mengsels
Bijna alles is een mengsel
Lucht, koffie, sausjes, snoep
Oplossingen
Suspensies
Emulsies
Slide 1 - Slide
3.1: Soorten mengsels
Slide 2 - Slide
Soorten mengsels
Heterogeen mengsel
Het mengsel bestaat uit stoffen in verschillende fasen (vast, vloeibaar of gas)
Homogeen mengsel
Het mengsel bestaat uit stoffen in dezelfde fase
Slide 3 - Slide
Meer mengsel
Er zijn meer soorten mengsel:
Rook:
Schuim:
Nevel:
Legering:
Mengsels kunnen homogeen zijn of heterogeen.
Slide 4 - Slide
Mengsels scheiden
Door het verschil in stofeigenschappen kun je mengsels scheiden.
Deeltjesgrootte
Kookpunt
Oplosbaarheid
Dichtheid
Aanhechtingsvermogen
Slide 5 - Slide
mengsel scheiden
Slide 6 - Slide
Welke stofeigenschappen zouden gebruikt kunnen worden om mengsels te scheiden?
Slide 7 - Mind map
Hiernaast zie je een mengsel. Wat is dit voor een soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie
Slide 8 - Quiz
Mist is een mengsel, hoe noemen we zo'n mengsel?
A
Nevel
B
rook
C
legering
D
schuim
Slide 9 - Quiz
Een mengsel van zout en water is een ............. mengsel
A
homogeen
B
heterogeen
Slide 10 - Quiz
Hiernaast zie je een mengsel. Wat is dit voor een soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Suspensie
Slide 11 - Quiz
Hiernaast zie je een mengsel. Wat is dit voor een soort mengsel?
A
Zuivere stof
B
Oplossing
C
Mengsel
D
Emulsie
Slide 12 - Quiz
Hiernaast zie je een mengsel. Wat is dit voor een soort mengsel?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Emulsie
Slide 13 - Quiz
Wat is de definitie van een mengsel? Een mengsel...
A
bestaat uit een soort moleculen.
B
bestaat uit meerdere soorten moleculen.
C
bestaat uit meerdere moleculen.
D
bestaat uit meerdere soorten atomen
Slide 14 - Quiz
Wat zijn heterogene mengsels?
A
zijn mengsels waarvan
je de aparte
bestanddelen wel kan zien
B
zijn mengsels waarvan je
de aparte bestanddelen
niet meer kan zien
Slide 15 - Quiz
Ik snap de leerdoelen: Je kunt stofeigenschappen waaraan een stof herkend wordt en voorbeelden van stofeigenschappen benoemen Je weet wat het verschil is tussen een zuiver stof en een mengsel Je weet in welke vorm mengsels kunnen voorkomen Je weet wat het verschil is tussen homogene en heterogene mengsel