6.2 Gelijkvormige driehoeken

Hst 6.5 Gelijkvormige driehoeken
6.1 - Vergrotingsfactor = beeld : origineel.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hst 6.5 Gelijkvormige driehoeken
6.1 - Vergrotingsfactor = beeld : origineel.

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
In deze les leer je:
1. dat je de vergrotingsfactor bij driehoeken voor alle zijden moet gebruiken
2. wat overeenkomstige hoeken zijn
3. kun je de overeenkomstige hoeken op de juiste manier opschrijven

Slide 2 - Slide

Welke vergrotingsfactor is hier van toepassing?
A
1,6
B
0,625
C
6,25
D
16

Slide 3 - Quiz

De vergrotingsfactor van een verkleining
A
is kleiner dan 0
B
ligt tussen 0 en 1
C
is groter dan 1
D
ligt tussen -1 en 1

Slide 4 - Quiz

Van een foto van twee watervogels maak ik een verkleining. Wat is de vergrotingsfactor?
A
1,78
B
0,56
C
35000
D
Deze kun je niet uitrekenen. Er is te weinig informatie

Slide 5 - Quiz

H6.2 Gelijkvormige driehoeken
Driehoek vergroten?
Gebruik dan voor alle zijden dezelfde vergrotingsfactor.
De hoeken blijven even groot

We zeggen driehoek ABC is gelijkvormig met driehoek DEF

Slide 6 - Slide

H6.2 Gelijkvormige driehoeken
Van de driehoeken KLM en PQR zijn de hoeken even groot. Daarom zijn de driehoeken gelijkvormig.
De hoeken die even groot zijn heten:
overeenkomstige hoeken

Zo is 
K=Q,L=R,M=P

Slide 7 - Slide

H6.2 Gelijkvormige driehoeken


Bij het opschrijven van driehoeken zet je de overeenkomstige hoeken op dezelfde plaats dus:  
K=Q,L=R,M=P
ΔKLM=ΔQRP

Slide 8 - Slide

Aan de slag met:
Blz 83
Som 56 tot 60


timer
12:00

Slide 9 - Slide

Nakijken 25 tot 29

Slide 10 - Slide

Statistiek

Slide 11 - Slide

Berekeningen in gelijkvormige driehoeken


Slide 12 - Slide

Stap 1: toon de gelijkvormigheid aan.

Slide 13 - Slide

Stap 2: vul de tabel in


Stap 3: bereken de vergrotingsfactor
Stap 4: Bereken de lengte van de zijden DE en EF


Slide 14 - Slide

Blz 85
Som 61 tot 66

Vrijdag 10 februari proefwerk H6

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

1. Afmaken paragraaf 6.4
2. Controleer of alle paragraven gemaakt zijn.
3. Begin aan herhaling op blz 93

Slide 17 - Slide

Welke vergrotingsfactor is hier van toepassing?
A
1,6
B
0,625
C
6,25
D
16

Slide 18 - Quiz

De vergrotingsfactor van een verkleining
A
is kleiner dan 0
B
ligt tussen 0 en 1
C
is groter dan 1
D
ligt tussen -1 en 1

Slide 19 - Quiz

Van een foto van twee watervogels maak ik een verkleining. Wat is de vergrotingsfactor?
A
1,78
B
0,56
C
35000
D
Deze kun je niet uitrekenen. Er is te weinig informatie

Slide 20 - Quiz