Dag 6

Literatuurgeschiedenis 
20e eeuw
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Literatuurgeschiedenis 
20e eeuw

Slide 1 - Slide

Herinnering aan Holland
Gaat u maar staan

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat vind je van poëzie (a)? En van zijn schilderkunst (b)?

Slide 4 - Open question

Doet de manier van dichten/ schilderen je aan een andere stroming denken? Zo ja, welke?

Slide 5 - Open question

Lucebert, ‘keizer der vijftigers’ (1924 – 1994)

  • haat – liefdeverhouding poëzie
  • Taal is vervuild: 'Schoonheid heeft haar gezicht verbrand'
  • Maar ook: magie aan taal teruggeven 
  • Puur, de klank is het belangrijkste. Kindertaal

‘Het is barbaars om na Auschwitz een gedicht te schrijven.' Adorno

Slide 6 - Slide

2. Poëzie van de Vijftigers
  • Oorlog vooral invloed op de vorm.
  • Net als expressionisten: vorm niet volgens traditie, geen interpunctie, grammatica.
  • Inspiratie uit kindertaal, Afrikaanse volkskunst (Cobra)
  • 'Experimentelen' - het gedicht is experiment: gaat om de ervaring van het dichten zelf> wat brengt dat voor nieuws?

Slide 7 - Slide

Cobra

Slide 8 - Slide

Jan Hanlo
1912 - 1969

Slide 9 - Slide

Hoofdstuk 3 Literatuur na de Tweede Wereldoorlog 
Paragraaf 1 Wederopbouw
  • Jaren 50: gebrek aan levensmiddelen, woningnood.
  • wederopbouw
  • maatschappelijke tweedeling: een verlangen naar de traditionele gezagsverhoudingen en rust en orde (politieke zuilen) -- het verlangen naar vrijheid, vernieuwing en verandering. 
  • Afrekenen met oorlogsmisdadigers


Slide 10 - Slide

Over welke thema's zouden schrijvers van proza na WOII schrijven?

Slide 11 - Open question

Paragraaf 2 Verwerking van de oorlog
De oorlog onontkoombaar thema. 
  • Anne Frank (Het achterhuis) (1947)
  • Marga Minco, Het bittere kruid (jodenvervolging) (1957)
  • Theun de Vries (Het meisje met het rode haar, 1956)
  • S. Vestdijk (Pastorale 1943, 1948)
Deze literatuur maar ten dele verzonnen. Traumaverwerking, én bijdrage aan beeldvorming van de oorlog 

Slide 12 - Slide

Paragraaf 3 Gerard Reve (1923 - 2006)
Geboren Gerard Kornelis van het Reve
Debuut: Novelle 'De avonden, een winterverhaal' (1947). 
Niet direct over de oorlog, maar: 

‘Als ik het boek herlees is die oorlog voor mij op iedere bladzijde aanwezig. Het boek is een monument van het verzwijgen.’ (T. Schippers).
Verhaal:


Slide 13 - Slide

  • Belevenissen van Frits van Egters gedurende de laatste 10 dagen van 1946.
  • Sterk autobio. Frits lijkt op Gerard
  • Hij slentert veel door de straten, bezoekt vrienden, plaagt zijn ouders en hij vertelt gruwelijke mopjes en verhalen.
  • Bepaalde sfeer. (Traditioneel gezellige avonden, huiselijke feestdagen). 
  • Verhaalfragmenten:

Slide 14 - Slide

Opdracht Gerard Reve
Maak in je schrift een voorkant van boekomslag die qua sfeer, stijl en beelden past bij de inhoud van het boek De avonden.
Je mag alle technieken gebruiken.



Slide 15 - Slide

Wat voor sfeer heeft verhaal volgens jou? Waar merk je dat aan?

Slide 16 - Open question

Wat zou het thema van het boek kunnen zijn?

Slide 17 - Mind map

  • Becommentarieert wat hem niet bevalt. Ziet overal verval bij zichzelf en bij anderen (kaalheid?)
  • Ook humor: de gruwelijke verhalen zijn vaak erg komisch en ook het treiteren van zijn vader. 
  • Pessimistisch verhaal met optimistischer einde.
  • Thema: totale verveling en de afkeer van het milieu waarin hij opgroeit

Slide 18 - Slide

paragraaf 4 Ontvangst
  • Ontvangst (zedenbedervende passages). 
  • Hij kwam openlijk voor zijn homoseksualiteit uit> opschudding. In 'Nader tot u' (1966 ) zou 'smalende godslastering' staan: ik-persoon gemeenschap heeft met God, die de gedaante van een ezel heeft.
  • Hij weigerde een literaire prijs.

Slide 19 - Slide

Jaren 60 Na de wederopbouw kwam de consumptiemaatschappij op. Emancipatie en gelijkheid werden belangrijke waarden, en er kwam een jeugdcultuur op (denk aan de opkomst van de popmuziek). 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Opdracht Lucebert

Wat wil Lucebert volgens jou over poëzie zeggen in dit gedicht? Geef aan  voor iedere strofe. 
Schrijf je antwoorden in je schrift. 

Slide 22 - Slide