“Alles van waarde is weerloos”, schreef Lucebert in het gedicht ‘De zeer oude zingt’. Het is een dichtregel die vele betekenissen oproept, maar misschien vooral verwijst naar wat klein en kwetsbaar is, en hoe dat het meest waardevolle is wat er bestaat. “Wordt van aanraakbaarheid rijk”, lezen we in hetzelfde gedicht. We zouden deze woorden kunnen interpreteren als een pleidooi voor de rijkdom van die kwetsbaarheid, van het vermogen je te laten raken door mensen en je ontvankelijk op te stellen.