H4 Winkelpresentatie & winkelinterieur

H4 Winkelpresentatie 
1 / 40
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H4 Winkelpresentatie 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we behandelen
  • De doelgroep van een winkel
  • Het exterieur  en interieur van een winkel
  • De etalage van een winkel
  • De buitenpresentatie
  • Het presenteren van artikelen
  • Het volgen van een schappenplan
  • Verpakken van artikelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelgroep
Een doelgroep =
  • Een groep klanten waar de winkel zich op richt.
  • Een doelgroep bestaat uit een groep mensen met dezelfde kenmerken.

Een winkel heeft een smalle doelgroep of een brede doelgroep.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Brede of smalle doelgroep?

Een winkel heeft een smalle doelgroep:
  • Een kleine groep klanten met dezelfde kenmerken. bv  Douglas Rituals

Een winkel heeft een brede doelgroep:
  • Een grote groep klanten met verschillende kenmerken. Bv Hema AH  Vomar etc








Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Winkel richt zich op grote groep klanten met verschillende kenmerken
A
Stopkracht
B
Zuigkracht
C
Smalle doelgroep
D
Brede doelgroep

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Winkelexterieur
De buitenkant van de winkel is het winkelexterieur. Het is voor klanten het eerste contact met de winkel en de pui en etalage moeten daarom een verzorgde indruk maken

Het doel is dat de klanten voor de etalage stoppen (stopkracht), zodat ze naar binnen gaan.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Attentiewaarde

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zuigkracht
Zodra de klant is gestopt voor de winkel wil je dat de klant naar binnenkomt. Het exterieur moeten de mensen naar binnen zuigen.

Enkele voorbeelden hiervan zijn:
  • Winkeldeuren openhouden
  • Geen drempels of opstapjes

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Attentiewaarde
Stopkracht
Zuigkracht
Lichtreclame
Er ligt geen rotzooi op de stoep
Naam van bedrijf staat duidelijk op de pui
De etalage is thematisch ingericht
Videoscherm in etalage toont nieuwste producten
Er zijn geen drempels aanwezig. 
Warmtegordijn

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Etalage 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

ETALAGEVORMEN
  • Gesloten etalage
  • Open etalage
     

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Open etalage
Bij een open etalage kan je de rest van de winkel zien.

Voordeel: 
De winkel lijkt groter en er kan daglicht binnenkomen
Nadeel:
De etalage valt minder op
 ( attentiewaarde )

Slide 12 - Slide

Vraag de leerlingen wat de voordelen en nadelen van een open etalage zijn.
Gesloten etalage
Een gesloten etalage is een etalage waar je de winkel niet kan zien. 

  • Nadeel: Klant kan niet in de winkel kijken en er is minder daglicht in de winkel zelf
  • Voordeel: Klanten in de winkel voelen zich niet bekeken.

Slide 13 - Slide

Vraag de leerlingen wanneer ze een gesloten etalage zouden gebruiken.
Welk onderdeel valt niet onder het winkelexterieur.

A
Etalage
B
Winkelgevel
C
Paskamer
D
Stoep, straat

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke etalage zien we hier?
A
Open etalage
B
Gesloten etalage

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Buitenpresentatie
Bij een buitenpresentatie zet de winkelier een aantal artikelen buiten. Dit kan hij doen door gebruik te maken van een presentatiemeubel, zoals een tafel met artikelen  een rek met kleding of bijv kratten met groente en fruit.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Voor- en nadelen buitenpresentatie
Voordeel:
Artikelen kunnen worden vast
gepakt, hierdoor is de kans groter
dat ze gekocht worden 
Nadeel:
De artikelen zijn gevoeliger voor 
diefstal en niet alles kan tegen zon en 
regen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Waarom maakt een winkelier een buitenpresentatie?
A
Nodigt klanten uit naar binnen te gaan om nog meer artikelen van de winkel te bekijken.
B
De winkelier heeft geen ruimte om dat binnen te presenteren.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Winkelinterieur
Het interieur is de binnenkant van de winkel en moet passen bij het exterieur van de winkel. Het interieur moet aan 3 eisen voldoen:
  1. De winkel moet inspelen op de verwachtingen van de klant
  2. De winkel moet klanten op hun gemak stellen
  3. De winkel moet praktisch ingericht zijn


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Benoem van welke winkel jij het winkelinterieur het mooiste vind en waarom

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Winkelruimtes

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Klanten kunnen zelf weten welke route ze lopen
A
Vrije looproute
B
Gedwongen looproute
C
Service looproute
D
Verkoop route

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Vrije- en gedwongen looproute

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Artikelen presenteren

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Welk van onderstaande artikelen zou je in een vitrine presenteren?
A
sieraden
B
batterijen
C
tandpasta
D
kleding

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Displays
Vormen om producten te laten zien
  1. Eiland display (een display waar je omheen kan lopen)
  2. Toonbankdisplay (een kleine display op de toonbank)
  3. Kop- of einddisplay (begin of eind van winkelstelling
  4. Kassa display (dicht bij de kassa)
We gebruiken een display om verkoop van artikelen te stimuleren , klanten te laten stoppen zodat ze de artikelen gaan bekijken en om meer sfeer in de winkel te creeren. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hoe noemen we het overzicht waarop staat hoe een schap moet worden ingericht?
A
Facing
B
Barcode
C
Assortiment
D
Schappenplan

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

Vertellen: Bespreek de slide. De looptijd van een schappenplan is van te voren bekend. Afdeling inkoop (Category management) bepaalt hoe lang een assortiment blijft staan.
POS- materiaal > zie volgende slide
Facing > zie 2 slides verder

Schaphoogte

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Artikelen bijvullen en verpakkingen

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Artikelen bijvullen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Artikelen bijvullen
  • een leeg schap zorgt voor klantontevredenheid
  • een leeg schap zorgt voor minder verkoop
  • controleer altijd of het schap en de artikelen schoon zijn
  • zorg dat de artikelen met het etiket naar voren staan
  • zorg dat alle artikelen vooraan in het schap staan (spiegelen)


Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Artikelen die kapot, vies of over de datum zijn

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Artikelen met houdbaarheidsdatum bijvullen

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Bijvullen tijdens de openingstijden

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Primaire verpakking
Zit direct om het product heen. 
  • Consumenten verpakking.
  • Artikel beschermen

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Secundaire verpakking
Tray verpakking 
  • Multiverpakking
  • Meerdere producten in 1 verpakking

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Tertiaire verpakking
Tertiaire verpakking:
Verpakking waarin de goederen worden getransporteerd.
Artikelen worden hierdoor makkelijker verplaatst.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Les is afgelopen

Slide 40 - Slide

This item has no instructions