Leesvaardigheid - Zo word je een topper

Ik heb heel duidelijk één of twee vakken waar ik goed in ben.
Ja
Nee
1 / 19
next
Slide 1: Poll
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Ik heb heel duidelijk één of twee vakken waar ik goed in ben.
Ja
Nee

Slide 1 - Poll

School helpt me om beter te worden in datgene waar ik goed in ben.
Eens
Niet eens

Slide 2 - Poll

Ik talent voor iets wat je niet op school leert.
Eens
Niet eens

Slide 3 - Poll

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 4 - Open question

Welke aandachtstrekker gebruikt de auteur in de inleiding?
A
Actualiteit
B
Geschiedenis
C
Voorbeeld
D
Belang voor de lezer

Slide 5 - Quiz

Uit welke alinea's bestaat de inleiding?
A
1
B
1 en 2
C
1, 2 en 3
D
1, 2, 3 en 4

Slide 6 - Quiz

Wat is waarschijnlijk de tekstsoort? Kies uit: uiteenzetting, betoog of beschouwing

Slide 7 - Open question

Met welke alinea begint deel 1: 'Aanleg'?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 8 - Quiz

Met welke alinea begint deel 2 Karaktereigenschappen?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 9 - Quiz

Met welke alinea begint deel 3 Uiterlijke kenmerken
A
9
B
10
C
11
D
12

Slide 10 - Quiz

Met welke alinea begint deel 4 Overige factoren?
A
14
B
15
C
16
D
17

Slide 11 - Quiz

Je mag de volgende vragen overslaan:
9, 12, 14, 16, 19, 20, 21

Slide 12 - Slide

Wat wordt bedoeld met 'deze analyse'?
timer
0:45

Slide 13 - Open question

11. Wat bedoelt Anders Ericsson met de term 'subjectief talent'?
timer
0:45

Slide 14 - Open question

13. Wat is dat geheim?
timer
0:45

Slide 15 - Open question

15. Welke twee soorten voetballers worden in alinea 8 tegenover elkaar gezet?
timer
0:45

Slide 16 - Open question

17. Welke drie voorbeelden van stimulering worden in alinea 15 besproken?
timer
1:00

Slide 17 - Open question

18. Wat is het verschil? Baseer je antwoord op alinea 16 en alinea 4.
timer
0:45

Slide 18 - Open question

22. Wat is de hoofdgedachte?
A
.
B
,
C
'
D
"

Slide 19 - Quiz