Grammatica: werkwoordelijk & naamwoordelijk gezegde

WELKOM
bij het vak Nederlands

Docent: Annemarie Klok
a.klok@reviaandoorn.nl
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

WELKOM
bij het vak Nederlands

Docent: Annemarie Klok
a.klok@reviaandoorn.nl

Slide 1 - Slide

leestijd
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • terugblik onderwerp
  • werkwoordelijk & naamwoordelijk gezegde
  • nieuws verzamelen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde (of wg) bestaat uit de persoonsvorm en alle andere werkwoorden uit de zin.

voorbeeld:
Ik  heb  een jas  gekocht


Slide 5 - Slide

Naamwoordelijk gezegde
Het naamwoordelijk gezegde (of ng) bestaat uit twee delen:

- het werkwoordelijk deel met alleen werkwoorden.
- het naamwoordelijk deel (zegt iets over het onderwerp)

De mensen | zijn | aardig. (werkwoordelijk deel = zijn, naamwoordelijk deel = aardig, NG= zijn aardig)

Slide 6 - Slide

Maken
2.2/ B: werkwoordelijk gezegde/deel 1/grammatica: hoe vind je het onderwerp?

oefening 3 t/m 6

Slide 7 - Slide

Klaar? 
hf. 2.2/D/deel 3: formuleren

oefening 1 t/m 7
Kijk eens hoe ver je komt!

Slide 8 - Slide

nieuws verzamelen
  • Ga naar de website van de krant of van de nieuwszender die jullie krijgen toegewezen (twee per groepje)

  • Bekijk de berichten op de 'voorpagina'
  • Welk nieuws vindt dit medium belangrijk?
  • Welke verschillen zien jullie?
  • Welke 'voorkant' vinden jullie zelf het beste? 

Slide 9 - Slide

Volgende keer
Lezen paragraaf 2.8, alleen de stof van jaar 1. Het blokje 1+  op blz. 83 hoeft niet.
Maken: 
2.2/ C/ deel 2: grammatica: werkwoordelijk gezegde, werkwoordsvormen: oefening 5, 8 + 9A

Slide 10 - Slide