4.3 Krachten bij trillingen en 4.4 Resonantie

Paragraaf 4.3
Planning
- Terugblik 4.2 
- Uitleg 4.3 + opdracht.
Leerdoelen
- Verklaren van de vorm van een harmonische trilling.
- Berekeningen uitvoeren met massa-veersysteem. 
- u-t / v-t / a-t diagram kunnen koppelen aan F = - C*u
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 4.3
Planning
- Terugblik 4.2 
- Uitleg 4.3 + opdracht.
Leerdoelen
- Verklaren van de vorm van een harmonische trilling.
- Berekeningen uitvoeren met massa-veersysteem. 
- u-t / v-t / a-t diagram kunnen koppelen aan F = - C*u

Slide 1 - Slide

Harmonische trilling - kracht en trillingstijd
F=Cu
C = veerconstante
u = uitwijking
T=2πCm
m = massa (kg)

Slide 2 - Slide

Eigentrilling massa-veer systeem
De trillingstijd van een massa-veer systeem
hangt af van:

  • massa (kg)
  • veerconstante (N/m)
  • Formule komt in paragraaf 4.4 terug.
T=2πCm

Slide 3 - Slide

Oefenvraag
Een voorwerp (m=0,056 kg) trilt onderaan een veer met 
T = 0,60 s. 

- Bereken de veerconstante van de veer.
- Bereken de kracht die nodig is om deze veer 50 cm uit te rekken.

Slide 4 - Slide

Gedwongen trilling
Een gedwongen trilling is een trilling die van buitenaf op het voorwerp wordt uitgevoerd;
  • het duwen van een schommel
  • een hobbelende weg
  • afzetten op de trampoline

Slide 5 - Slide

Paragraaf 4.4 Resonantie
Planning:
- Terugblik 4.3 + gedwongen trilling
- Uitleg 4.4 + oefeningen. 
Leerdoelen:
- Kunnen uitleggen van het begrip eigenfrequentie
- Verklaren waarom resonantie optreedt en hoe je dit zou kunnen voorkomen. 

Slide 6 - Slide

Gedwongen trilling
Een gedwongen trilling is een trilling die van buitenaf op het voorwerp wordt uitgevoerd;
  • het duwen van een schommel
  • een hobbelende weg
  • afzetten op de trampoline

Slide 7 - Slide

Eigentrilling/eigenfrequentie
Als je op tafel slaat.....
Als je op een glas tikt....
Als je een gitaarsnaar aanslaat....

Elk voorwerp heeft zijn eigen geluid, oftewel een eigenfrequentie. Dat betekend dat hij een eigen trillingstijd heeft.
T=f1

Slide 8 - Slide

Resonantie
De eigenfrequentie van het voorwerp is gelijk aan de frequentie van de gedwongen trilling;
Hierdoor zal de amplitude steeds groter worden. Denk maar als je de schommel steeds op het juiste moment een zetje geeft. 

Schets u-t: -->

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Maken R vragen van 4.3 en 4.4 

Slide 12 - Slide

Werkblad
Stel ik heb een massaveer systeem waarvoor geldt:
- C = 1000 N/m.
- m = 1,5 kg
- u = 10 cm

Wat is dan F en wat is T?

F = -C*u = 1000*0,1 = 100 N
T = 2*pi*wortel(m/C) = 2*pi*wortel(10/1000) = 2*pi*wortel(0,01) = 0,6 s

Slide 13 - Slide

Stel je heb een massaveer-systeem met C=1,5E3 N/m en m = 2 kg. Je beweegt hem naar u = 0,15 m. Waar is de veer na 10 s nadat het voor het eerst door de evenwichtstand gaat?

T
T = 2*pi*wortel(2/1,5E3)= 0,22 s
T=2πCm
u=Asin(T2πt)
A
A = 0,15 m 
Stel je heb een massaveer-systeem met C=1,5E3 N/m en m = 2 kg. Je beweegt hem naar u = 0,15 m. Waar is de veer na 10 s nadat het voor het eerst een positieve uitwijking?

u
u = 0,15*sin(2*pi*10/0,22) = -0,14 m

Slide 14 - Slide

Maken R vragen

Slide 15 - Slide

De snelheid is nul
A
bij de maximale uitwijking
B
in de evenwichtsstand

Slide 16 - Quiz

Wat is waar?
A
De veerkracht wijst altijd naar de evenwichtsstand
B
De veerkracht is het grootst bij een kleine uitwijking
C
De uitwijking en de veerkracht hebben dezelfde richting

Slide 17 - Quiz

De trillingstijd is het grootst bij een
...... massa
A
grote
B
kleine

Slide 18 - Quiz

De trillingstijd is het grootst bij een
..... veerconstante
A
grote
B
kleine

Slide 19 - Quiz