What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Klas 2 , passé composé met avoir en être
Les buts
Aan het einde van de les kun jij:
Werkwoorden op -er, -ir, -re in de passé composé zetten
Het werkwoord avoir als hulpww gebruiken in de p.c.
de uitzonderingen être, avoir en faire in de p.c. zetten
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les buts
Aan het einde van de les kun jij:
Werkwoorden op -er, -ir, -re in de passé composé zetten
Het werkwoord avoir als hulpww gebruiken in de p.c.
de uitzonderingen être, avoir en faire in de p.c. zetten
Slide 1 - Slide
Passé composé
Présent
J'ai mangé
il parle
Ils ont acheté
je téléphone
vous avez dansé
nous écoutons
vous regardez
Tamara a marché
nous avons trouvé
on cherche
Elisa rencontre
tu as raconté
Slide 2 - Drag question
Le passé composé
De passé composé is de voltooid tegenwoordige tijd:
ik heb gekeken j'ai regardé
jij hebt gekeken tu as regardé
Ik ben gevallen Je suis tombé
Hij is gegaan il est allé
Mais.. Comment ça se fait, le passé composé?
Slide 3 - Slide
Uitleg: Kijken en luisteren
Slide 4 - Slide
A.1 Le passé composé met avoir
Hulpwerkwoord
+
voltooid deelwoord:
stap 1: stam = heel ww - er
stap 2: stam + é
avoir
j'
ai
tu
as
il / elle / on
a
nous
avons
vous
avez
ils / elles
ont
march
march
é
Il a marché
Slide 5 - Slide
A.3 Le passé composé met avoir
Hulpwerkwoord
+
voltooid deelwoord:
stam = heel ww -r
avoir
j'
ai
tu
as
il / elle / on
a
nous
avons
vous
avez
ils / elles
ont
fini
J'ai fini
Slide 6 - Slide
Hoe maak je de p.c met avoir van een werkwoord dat op "er" eindigt? (marcher)
Slide 7 - Mind map
A.2 Le passé composé met avoir
Hulpwerkwoord
+
voltooid deelwoord:
stap 1: stam = heel ww - re
stap 2: stam + u
avoir
j'
ai
tu
as
il / elle / on
a
nous
avons
vous
avez
ils / elles
ont
perd
perd
u
elle a perdu
Slide 8 - Slide
Hoe maak je de P.C van een werkwoord dat op "re" eindigt (vendre)?
Slide 9 - Mind map
Let op!!
De volgende voltooid deelwoorden moet je uit je hoofd leren:
Je hulpwerkwoord blijft wel avoir.
Bijv:
Ik heb
een cadeau
gehad
=
J'ai eu
un cadeau
avoir = eu
être = été
faire = fait
Slide 10 - Slide
Je dansé.
A
Goed
B
Fout
Slide 11 - Quiz
Waarom is: Je dansé fout?
Wat ontbreekt er?
Slide 12 - Open question
Elle_________ (danser) avec sa soeur.
A
dansé
B
a dansé
C
avez danser
D
ai dansé
Slide 13 - Quiz
Welke is juist?
A
Paula est dansé
B
Paula a dansé
C
Paula est dansée
D
Paula a dansée
Slide 14 - Quiz
Hij heeft gepraat
A
Il a parlé
B
Ils ont parlé
C
Elle a parlé
D
Nous avons parlé
Slide 15 - Quiz
J'ai parlé.
A
Goed
B
Fout
Slide 16 - Quiz
Tu (écouter) in de passé composé:
A
as écouté
B
a écouté
C
ont écouté
D
e écouté
Slide 17 - Quiz
Wat heb je deze les geleerd?
Wat wil je graag nog meer leren over dit onderwerp?
Slide 18 - Open question
Les devoirs pour lundi (05 juin)
Faire les exercices suivants:
16 (A) p: 58
16 (B) p: 58
16 (C) p: 59-60
Etudier et apprendre : (De V.T) (passé composé ) P: 59
Slide 19 - Slide
More lessons like this
havo 3 herhaling passé composé
June 2024
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Passé composé
June 2024
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Herhaling passé composé met avoir en être
June 2023
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
havo 3 herhaling passé composé
February 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3 havo passé composé met avoir en être
April 2022
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Les 6 havo-2 passé composé
September 2023
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Klas 2 , passé composé met avoir en être
October 2022
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Klas 2 , passé composé met avoir en être
November 2022
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2