Elektro serieschakelingen niv 2
1 / 12
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
In een elektrisch schema reken je met weerstand, spanning en stroomsterkte. Met welke letter worden ze aangeduid
A
U=Spanning
I=Stroomsterkte
R=Weerstand
B
U=Stroomsterkte
I=Spanning
R=Weerstand
C
U=Weerstand
I=Stroomsterkte
R=Spanning
D
U=Spanning
I=Weerstand
R=Stroomsterkte
Slide 3 - Quiz
U = I x R
Door een weerstand van 100Ω, loopt een stroom van 0,24A . Wat is de spanning over de weerstand?
Door een weerstand van 100Ω, loopt een stroom van 0,24A . Wat is de spanning over de weerstand?
Slide 4 - Open question
3 weerstanden staan in serie:
100 Ω, 300 Ω en 1mΩ.
Bereken de totale weerstand
100 Ω, 300 Ω en 1mΩ.
Bereken de totale weerstand
A
401Ω
B
301Ω
C
1300Ω
D
400,001Ω
Slide 5 - Quiz
Over een lampje meet je 12V.
De weerstand van het lampje is 60Ω
Wat is de stroomsterkte?
De weerstand van het lampje is 60Ω
Wat is de stroomsterkte?
A
10A
B
0,2A
C
0,1A
D
1440A
Slide 6 - Quiz
2 lampjes staan in serie op een accu van 12V aangesloten. De I door de lampjes is 0,1A. Wat is de totale weerstand van de lampjes?
A
24Ω
B
120Ω
C
2,4Ω
D
120V
Slide 7 - Quiz
De spanning in een circuit is 12V.
Als de weerstand 2 keer zo klein wordt, dan...
Als de weerstand 2 keer zo klein wordt, dan...
A
wordt de I: 2 x zo klein
B
wordt de I: 2 x zo groot
C
De I is altijd hetzelfde
D
blijft de I gelijk
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Open question
De I is 0,1A.
Hoe groot is R2?
Hoe groot is R2?
Slide 10 - Open question
De accu heeft 12V
De I = 0,2A
De R van lamp 1 = 20Ω. Wat is de R van lamp 2?
De I = 0,2A
De R van lamp 1 = 20Ω. Wat is de R van lamp 2?
A
80Ω
B
400Ω
C
?
D
40Ω
