Doel II - Hoofdletters en leestekens

Hoofdletters en leestekens
4TL
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdletters en leestekens
4TL

Slide 1 - Slide

Wat leer ik deze les?
- Ik kan  punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op de juiste plek in de zin plaatsen.

- Ik kan bij een citaat een dubbele punt, aanhalingstekens en hoofdletters op de juiste plaats zetten.
- Ik kan hoofdletter op de juiste manier gebruiken. 

Slide 2 - Slide

Hoofdletters
  • Bij namen

Henk de Vries vroeg aan mevrouw Van Dam wat ze wilde drinken. 

Henk de Vries --> met voornaam dan geen hoofdletter bij voorzetsel
mevrouw Van Dam --> zonder voornaam dan een hoofdletter bij het voorzetsel/lidwoord
 familie Van der Zanten --> hoofdletter bij het eerste voorzetsel/lidwoord 

Slide 3 - Slide

Hoofdletters
  • Woorden die afgeleid zijn aardrijkskundige namen

Langs het Noord-Brabantse Heusden stroomt de Maas. 

Slide 4 - Slide

Hoofdletters
  • Begin van een zin
  • Begin van een citaat 

Gisteren ben ik nog even op visite geweest bij mijn oma.
Mirjam zei: 'Goedemorgen allemaal, fijn dat jullie er zijn.'

Slide 5 - Slide

Hoofdletters
Geen hoofdletters bij:

  • Dagen (maandag, dinsdag)
  • Maanden (januari, december)
  • Seizoenen (herfst, zomer)
  • Windstreken (noord, westen, zuidelijk)

Slide 6 - Slide

jan des bouvrie was een bekende nederlandse ontwerper

Slide 7 - Open question

familie van der vaart ging afgelopen vrijdag in het noorden van friesland varen.

Slide 8 - Open question

Hoofdletters en leestekens - deel 2
4TL

Slide 9 - Slide

Lesplanning
  • Herhalen lesdoelen vorige les 
  • Nakijken huiswerk 
  • Instructie lesdoelen deze les 
  • (gezamenlijk) oefenen  

Slide 10 - Slide

Wat heb ik vorige les geleerd?
- Ik kan  punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's op de juiste plek in de zin plaatsen.
- Ik kan hoofdletter op de juiste manier gebruiken. 

Slide 11 - Slide

Komma's

Slide 12 - Slide

Komma's

Slide 13 - Slide

Huiswerk bespreken
Opdracht 1, 2, 3 en 4

Slide 14 - Slide

Wat leer ik deze les?

- Ik kan bij een citaat een dubbele punt, aanhalingstekens en hoofdletters op de juiste plaats zetten.
- Ik kan benoemen of een citaat in de directe rede of indirecte rede staat.

Slide 15 - Slide

Citaten
Citeren = het letterlijk opschrijven wat iemand zegt
  • Directe manier --> Anita vraagt: 'Hoe gaat het?'
  • Indirecte manier --> Anita vraagt hoe het gaat.
 
Aaron zegt: 'Vergeet je niet in te schrijven!'
Aaron zegt dat je niet moet vergeten om je in te schrijven.

Slide 16 - Slide

Direct / indirect

Slide 17 - Slide

Citaten
Citeren = het letterlijk opschrijven wat iemand zegt
  • Citaat achteraan --> Hamza vroeg: 'Hoe laat gaan we eten?'
  • Citaat vooraan --> 'Hoe laat gaan we eten?' vroeg Hamza.

Citaat achteraan --> De mevrouw in het publiek zei: 'Daar ben ik het niet mee eens.'
Citaat vooraan --> 'Daar ben ik het niet mee eens', zei de vrouw.

Slide 18 - Slide

de dokter zei dat ik me elke dag moet insmeren

Slide 19 - Open question

de dokter zei elke dag insmeren

Slide 20 - Open question

ga je vanmiddag mee naar de heyhoef vroeg timo

Slide 21 - Open question

Huiswerk
Maak de volgende opdrachten: 

Slide 22 - Slide