H5 - vrv en ovw en andere woordsoorten + herhalen andere onderdelen

Welkom!
In deze les:
- stillezen
- woordsoorten bespreken zinnen opdracht 8 extra grammatica H5
- Terugkijken op woordenschat H5 en 6
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
In deze les:
- stillezen
- woordsoorten bespreken zinnen opdracht 8 extra grammatica H5
- Terugkijken op woordenschat H5 en 6

Slide 1 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Toets H4, 5 en 6
- vrijdag 24 mei: 
Lezen, woorden, grammatica (woordsoorten) en spelling. 

Grammatica zinsdelen = SO (29 mei)

Slide 3 - Slide

Bespreken opdracht 8 (blaadje)

Hoe zitten deze zinnen in elkaar?


Slide 4 - Slide

Bespreken opdracht 8 (blaadje)

Hoe zitten deze zinnen in elkaar?


Slide 5 - Slide

Bespreken opdracht 8 (blaadje)

Hoe zitten deze zinnen in elkaar?


Slide 6 - Slide

Woordenschat H5 en H6
Taalverwantschap - veel woorden hebben qua betekenis met elkaar te maken - ze komen van hetzelfde historische grondwoord - gevoelswaarde kan wel anders zijn. 

grondwoord - van welk woord is een woord afgeleid
tafelen - gezellig aan 'tafel' zitten/eten.

Spreekwoorden&uitdrukkingen - figuurlijke betekenis en afleiden betekenis van het gegeven beeld. 

Slide 7 - Slide

Woordenschat H5 en H6

De bijbel en het Nederlands - de Statenbijbel heeft een grote stempel gedrukt op ons taalgebruik - eerste gedrukte boek dat op grote schaal gelezen werd, door heel Nederland. Daarvoor had elke regio zijn eigen spelling en taalgebruik. 

Verandering taal - Nieuwe schrijfwijze, nieuwe woorden, andere betekenis spreekwoorden

Slide 8 - Slide

Te leren woorden: Oefenen in quizlet

Slide 9 - Slide

bijwoorden van graad: heel, zeer, nogal, enigszins, hartstikke 
bijwoorden van plaats/richting: waarheen, hier, elders, ginds, opzij
bijwoorden van tijd: wanneer, morgen, vandaag, gisteren, binnenkort, onlangs
aanwijzende bijwoorden: daar, hier, nu
vragende bijwoorden: waar, wanneer, hoe
Bijwoorden zijn woorden die een werkwoord, een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een hele zin of soms een zelfstandig naamwoord nader bepalen. Dat wil zeggen: ze geven daar meer informatie over. Er bestaan onder meer:

Slide 10 - Slide