BLok 4-5 Les 1 spelling

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Doddema
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

  • Lezen (10 minuten)
  • Doelen
  • Theorie
  • Opdrachten/huiswerk
  • Afsluiting
Welkom bij Nederlands!
Tekst
Mevrouw Doddema

Slide 1 - Slide

Welkom 
  • Telefoon op stil in de telefoontas of in je eigen tas.
  • Ga rustig zitten.
  • Pak je boek open op pagina 207.
  • Zodra de les start luister je naar de docent en ben je stil.

Slide 2 - Slide

Deze les
5 minuten dag opstart
10 minuten herhaling en uitleg samenstelling + koppelteken
15 minuten maken opdracht
10 minuten nakijken (zelfstandig)
5 minuten afsluiting volgende les



Doelen
- persoonsvorm tt, vt en het voltooid deelwoord herhalen
- je weet weer wat een samengesteld woord is.
- je weet weer wat een koppelteken is.

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm
Drie manieren om de persoonsvorm te vinden.

1. 
2.
3.

Slide 4 - Slide

Stam+t
Tegenwoordige tijd
Ik loop, vind, maak, word
Hij/zij/jij/u loopt, vindt, maakt, word
Loop, vind, maak, word jij/je



Slide 5 - Slide

Verleden tijd
Zwakke/klankvaste werkwoorden: Veranderen niet van klank als de tijd verandert. 

Maak -  maakte
Fiets - fietste
Woon - woonde



Slide 6 - Slide

Verleden tijd
Klankveranderend/sterk werkwoord
De klank van het werkwoord verandert als de tijd verandert.

Worden - werden
Lopen- liepen
Vinden - vonden

Slide 7 - Slide

't Kofschip + X
Werkwoorden (ook VTD) in het verleden tijden eindigen op t(e) of d(e), dit heeft te maken op welke letter de stam ervan eindigt.

Maken - mak - K - staat in kofschip+x dus t
Wonen - en - won - N - staat er niet in, dus d
Afprijzen - 

Slide 8 - Slide

Maken opdracht 1, 2, 3 en 4 

Slide 9 - Slide

Samenstelling
Een woord dat bestaat uit twee (of meer) woorden.
Voorbeelden?

Slide 10 - Slide

Koppelteken

Om letterverwarring te voorkomen bij samengestelde woorden wordt het woord soms gescheiden door een koppelteken.

Zo zie je direct welke letter bij welk woord hoort.

Auto-ongeluk

Slide 11 - Slide

Samenstelling + tussenletter N
Soms schrijf je een N tussen een samenstelling:
Als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is, waarbij het meervoud alleen eindigt op -en.

Spinnenweb
Fietsenhok

Slide 12 - Slide

Geen tussen N
Als het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord is
Bij versterking -  beresterk, huilebalk
Als er maar een van is: maneschijn - zonnestraal
Als er geen meervoud van is: rijstepap, roggebrood
Als de meervoud zowel een s of n aan het eind
Groentes/groenten bijv groentewinkel

Slide 13 - Slide

Nakijken

Slide 14 - Slide

Tussen-s
Er zijn niet echt regels voor de tussen-s. Je hoort het en je moet het gewoon weten.

Als je niet zekerweet of er een S tussen moet, omdat er al een s staat, vervang dan het tweede woord voor een ander woord dat niet met een s begint.
Dorpsstraat - dorpsfeest

Slide 15 - Slide

Volgende les
Volgende les: 


Slide 16 - Slide

Woorden met een trema
Om letterverwarring te voorkomen wordt soms een trema gebruikt.  Zo weet je dat er een nieuwe klank begint:
Kopiëren -  de klank is geen ie
Reünie  - de klank is geen eu

Uitgeschreven getallen met twee en drie erin: tweeëntwintig en  drieëndertig. 

Slide 17 - Slide

Wanneer geen trema?
Bij Franse woorden die eindigen op cien - opticien
Als het woord niet verkeerd kan worden gelezen: Financieel, gekopieerd of begroeiing.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide