1TH Het delend lidwoord

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Het delend lidwoord

Via deze LessonUp controleer je of je het volgende lesdoel beheerst:

• Ik kan het delend lidwoord in een Franse zin toepassen.

Stelling: als je in het NE geen lidwoord gebruikt, gebruik je in het FA een delend lidwoord.

1. juist
2. onjuist

Kies het juiste delend lidwoord:
Je prends une salade avec ___ poivrons (m).

1. du
2. des

Kies het juiste delend lidwoord:
Tu ne mange pas __ viande (v)?

1. de la
2. de

Kies het juiste delend lidwoord:
Léa achète un kilo __ pommes (v).

1. de
2. des

Vul nu zelf in. Kies uit: du, de la, de l', des, de, d'.
Elle prend __ fromage (m).

Vul nu zelf in. Kies uit: du, de la, de l', des, de, d'.
Au restaurant il mange __ poisson (m).

Vul nu zelf in. Kies uit: du, de la, de l', des, de, d'.
Je ne prends pas __ thé (m).

Vul nu zelf in. Kies uit: du, de la, de l', des, de, d'.
Elles prennent une bouteille __ eau (v).