50e les
1 / 22
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat is het verschil tussen
een collège en een lycée?
een collège en een lycée?
A
Als je in de onderbouw zit ga je naar het collège en als je in de bovenbouw zit naar het lycée.
B
Als je op de basisschool zit ga je naar het collège en als je op de middelbare school zit naar het lycée.
C
Als je in de onderbouw zit ga je naar het lycée en als je in de bovenbouw zit naar het collège.
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Link
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Als een Franse leerling een 14 heeft voor een toets, wat is dan het cijfer in Nederland?
A
een 7
B
een 8
C
een 10
D
een 1,4
Slide 11 - Quiz
Welk vak is EPS in Nederland?
A
beeldende vorming
B
levensbeschouwing
C
gymnastiek
D
muziek
Slide 12 - Quiz
Wat is NIET waar over het Franse onderwijssysteem?
A
Een Franse schooldag is langer dan een Nederlandse schooldag, maar de woensdag middag is vrij.
B
De meeste leerlingen eten iedere dag een warme maaltijd in de "cantine".
C
De zomervakantie heet "les grandes vacances" en duurt 2 maanden.
(juli en augustus)
D
De Franse docenten zijn minder streng dan de Nederlandse docenten.
Slide 13 - Quiz
Wat is "la rentrée" ?
A
Het begin van de uitverkoop in de winkels na de zomer.
B
De eerste schooldag na de zomervakantie.
C
De eerste schooldag na IEDERE schoolvakantie.
D
Het begin van een groot sporttoernooi in Frankrijk na de zomer.
Slide 14 - Quiz
Wat is "la récré"
(afkorting van "recréation"?
(afkorting van "recréation"?
A
De afkorting van "la récréation"
(de pauze op school in het Frans)
B
De titel van een Frans beroemd en grappig boek
C
Het is het Franse woord voor recreatiegebieden.
D
Geen van de andere 3 antwoorden.
Slide 15 - Quiz
Gebruik afkortingen in chatberichten, net als Franse leerlingen. Sleep het juiste woord naar de juiste afkorting.
Bjr
Slt
a2m1
A+
b1
Au revoir
salut
merci
bien
a plus
bon
ça va
bonjour
à demain
Slide 16 - Drag question
Hoe zeg je
pannenkoeken
in het Frans?
pannenkoeken
in het Frans?
A
les galettes (f, pl)
B
les tartes (f, pl)
C
les crêpes (f, pl)
D
les gâteaux (m, pl)
Slide 17 - Quiz
Op 2 februari (2 février in het Frans) is het traditie pannekoeken te bakken.
Hoe het deze traditie?
Hoe het deze traditie?
A
La chandeleur
B
Carnaval
C
Sint Pannenkoeken dag
D
Le Carême
Slide 18 - Quiz
La chandeleur
lijkt op welk andere Frans woord ?
lijkt op welk andere Frans woord ?
A
La chandelle
(soort kaars)
B
zingen
(chanter)
C
le chandail
(soort warme trui)
D
geen van de 3 andere antwoorden
Slide 19 - Quiz
La chandeleur viert
de terugkeer van het licht.
De dagen worden steeds langer.
Waarom dit met crêpes vieren?
de terugkeer van het licht.
De dagen worden steeds langer.
Waarom dit met crêpes vieren?
A
Aan het eind van de winter was er vaak slechts meel, melk en wat eieren over.
B
De vorm en kleur van de crêpes lijken op de zon.
C
Geen bijzondere verklaring. Gewoon toeval.
D
Omdat het 40 dagen na kerst is.
