1.6 Biotechniek

1.6 Biotechniek
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

1.6 Biotechniek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht:
Maak opdracht 2 op blz. 47



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 1.6 les 1
- Je kunt voorbeelden geven van hoe schimmels gebruikt kunnen worden. 
- Je kunt voorbeelden geven van hoe bacteriën gebruikt kunnen worden.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Toepassing van schimmels
- Gist is een belangrijke schimmel. Is nodig voor het maken van brood en bier en wijn.
- Ook voor schimmelkaas worden verschillende soorten schimmels gebruikt. 
- Antibiotica zijn schimmels. Bekendste voorbeeld is penicilline

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Toepassing van bacteriën
- Fermentatie: voedingsmiddelen conserveren.
- Afvalwater schoonmaken: bacteriën breken afvalstoffen af tot CO2, water en mineralen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Fermenteren
Bacteriën breken koolhydraten af en scheiden daarna zuren uit. 

Door het zuur kunnen schadelijke bacteriën minder goed groeien. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 1.6
Maken: opdracht 1 t/m 8

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht:
Geef de betekenis van de volgende begrippen: fokken, veredelen en genetisch modificeren.
Gebruik par. 1.6.


timer
1:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Begrippen
Fokken = door selectie en kruising ontstaan verschillende rassen met eigenschappen die gunstiger zijn.

Veredelen = fokken, maar dan bij planten.

Genetisch modificeren = DNA van een organisme wordt verandert waardoor het de gewenste eigenschap(pen) krijgt. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 1.6 les 2
- Je kunt uitleggen wat moderne biotechnologie is en daar voorbeelden bij geven.
- Je kunt beargumenteren wat jij vindt van genetische modificatie. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

DNA
In elke lichaamscel (van mensen) zitten 46 chromosomen. 
Uitgerold heet dat DNA. 

Een stukje DNA dat codeert voor een bepaalde eigenschap heet een gen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Veredeling bij wilde kool
Verdeling bij appels

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Toepassingen van genetische modificatie
- Aardappelen die resistent zijn tegen de aardappelziekte              
- Tomaten die langer houdbaar zijn
- Maïs die beter bestand is tegen rupsenvraat
- ''gouden rijst''; rijst met daarin een stof die zorgt voor de  aanmaak van vitamine C in het lichaam
- Onderzoek naar de ontwikkeling van ziekten, zoals bv. kanker

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Genetische modificatie mag gebruikt worden voor het produceren/verbeteren van plantaardig voedsel.
Ja, dat moet kunnen
Nee, dat moet verboden worden.

Slide 16 - Poll

This item has no instructions

Genetische modificatie mag gebruikt worden in dieren om onderzoek te doen naar ziektes.
Ja, dat moet kunnen.
Nee, dat zou verboden moeten worden.
Nee, proefdieren moeten sowieso verboden worden.

Slide 17 - Poll

This item has no instructions

Genetische modificatie mag gebruikt worden om ziektes bij mensen op latere leeftijd te genezen. De eigenschap wordt niet doorgegeven aan eventuele kinderen.
Ja, dat moet kunnen.
Nee, knutselen aan menselijk DNA zou nooit mogen.

Slide 18 - Poll

This item has no instructions

Genetische modificatie mag gebruikt worden om een gezond embryo te ''maken''. De eigenschap wordt hierbij mogelijk wél doorgegeven aan eventuele kinderen.
Ja, dat moet kunnen.
Nee, knutselen aan menselijke DNA zou nooit mogen.

Slide 19 - Poll

Wetgeving in Nederland:
Voor het genetisch modificeren van dieren, geldt in Nederland een ‘nee, tenzij’ beleid. Dit betekent dat er een verplichte ethische toetsing moet plaatsvinden, op basis waarvan al dan niet een vergunning wordt verleend door de minister van LNV. Dit is verplicht op grond van de Wet dieren. Biotechnologie bij dieren voor biomedisch onderzoek is vrijgesteld sinds 2010. Voor dierproeven, al dan niet met gg-dieren, is een vergunning nodig op basis van de Wet op de dierproeven (Wod) en moet vergund worden door de Centrale Commissie Dierproeven (CCD).
Bij onderzoek aan mensen moet ook de Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) toestemming verlenen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij gentherapie.
Verder moet naast de bovenstaande regelgeving natuurlijk ook worden voldaan aan alle andere regels die ook gelden voor vergelijkbare niet genetisch gemodificeerde activiteiten. (bijv. Bestrijdingsmiddelenwet, Warenwet, Arbowet, het Besluit immunologische middelen etc.).
Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 1.6
Maken: opdracht 

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna voorbereiding formatieve so H1 

timer
8:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions