Nederlands - HTV18 - les 8 week 9

1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoe was jullie vakantie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Tijdens het gesprek krijg je een vraag, waarop je het antwoord niet zo snel weet. Wat doe je?
A
Je zegt maar iets.
B
Je zegt eerlijk dat je het niet zo snel weet.
C
Je herhaalt de vraag.
D
Je doet alsof je de vraag niet gehoord hebt.

Slide 9 - Quiz

Tijdens het gesprek begrijp je iets niet. Hoe pak je dit aan?
A
Je zegt: 'Sorry, hoe bedoelt u dit'.
B
Je zegt: 'Mag ik u even onderbreken? Hoe bedoelt u dit?'
C
Je hoopt erop dat het niet opvalt.
D
Je zegt: 'Ik begrijp er helemaal niets van. Kunt u iets duidelijker zijn?

Slide 10 - Quiz

Laatste: hoe zorg je voor een goede afronding van het gesprek?

Slide 11 - Open question

In het programma wordt antwoord gegeven op de vraag: wat is beter voor het milieu, papieren tassen of plastic tassen?

Wat is het antwoord?
A
Papieren tassen en plastic tassen zijn even slecht voor het milieu.
B
Papieren tassen zijn beter voor het milieu dan plastic tassen.
C
Plastic tassen zijn beter voor het milieu dan papieren tassen.

Slide 12 - Quiz


Wat doet de presentator in de intro?
A
Ze laat de kijker weten wat het onderwerp van het programma is.
B
Ze geeft de kijker alvast een samenvatting van het programma.
C
Ze geeft de kijker een overzicht van wat er in de rest van het programma gaat komen.

Slide 13 - Quiz

De presentator zegt in de inleiding: 'De plastic tasjes vliegen ons om de oren.'

Wat bedoelt ze hiermee?


A
Door de wind waaien de tassen altijd weg.
B
We krijgen overal plastic tassen bij.
C
We vragen allemaal om plastic tassen.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

De presentator zegt: 'Daarom bieden winkels ook steeds vaker een papieren tas als alternatief.'

Wat krijg je als je een papieren tas 'als alternatief' krijgt?
A
Papieren en plastic tas.
B
Papieren of plastic tas
C
Een papieren tas.

Slide 17 - Quiz

De presentator vertelt hoe papieren tassen en plastic tassen gemaakt worden.
De presentator zegt: 'Van plastic heb je relatief weinig nodig.'

Wat betekent dit?
A
Van plastic heb je bijna niets nodig.
B
Van plastic heb je in vergelijking met papier bijna niets nodig.
C
Sommige mensen hebben weinig plastic nodig.
D
Van plastic heb je steeds minder nodig.

Slide 18 - Quiz

Papier
Plastic
De grondstof is houtpulp.
De grondstof is aardolie. 
Er is veel land voor nodig. 
Bij de productie komen chemische stoffen vrij.
Er wordt veel hout gekapt.
Er is niet zoveel materiaal nodig voor een goede tas.
Er is veel materiaal nodig voor een goede tas.
Het is slecht voor het milieu.
De productie kost veel energie. 
Er is veel water voor nodig. 

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Slide

Wat zegt het plaatje in de voorgaande dia?
A
We willen steeds meer papieren tassen.
B
De presentator is haar tas kwijt.
C
Papieren tassen zijn slecht voor het milieu.

Slide 21 - Quiz

De presentator zegt: 'De grondstof voor een plastic tas is de schaarser wordende aardolie.'

Wat betekent 'schaarser wordende aardolie'?
A
Er is steeds minder aardolie.
B
Er is steeds meer aardolie.
C
Aardolie is slecht voor het milieu.

Slide 22 - Quiz

Waarom wordt in het filmpje een watermeloen in een plastic tas gedaan?
A
Om te laten zien dat plastic tassen erg sterk zijn.
B
Om te laten zien hoeveel er in een tas past.
C
Om te laten zien dat er bij het maken van de tas chemische stoffen vrij komen.

Slide 23 - Quiz

De presentator legt aan het einde van het filmpje uit waarom plastic tassen minder belastend zijn voor het milieu dan papieren tassen.

Aan welke woorden kun je horen dat de presentator uitleg gaat geven? Twee antwoorden zijn goed.
A
Maar...
B
Hoe kan dat...
C
Dat heeft te maken met...
D
Nou ja...

Slide 24 - Quiz

Waarom zijn plastic tassen minder belastend voor het milieu, volgens dit programma?
A
Omdat er minder chemische stoffen vrijkomen bij het maken van de tassen.
B
Omdat er minder materiaal voor nodig is.
C
Omdat een papieren tas meer weegt
D
.

Slide 25 - Quiz

De presentator heeft het over 'een degelijke papieren tas'. Als je het woord 'degelijk' opzoekt in het woordenboek, zie je de drie betekenissen hieronder.

Wat is de juiste betekenis in de volgende zin: 'Voor een degelijke papieren tas heb je veel meer kilo's papier nodig'?

A
Betrouwbaar
B
Met toewijding verricht
C
Bruikbaar en duurzaam

Slide 26 - Quiz

De presentator zegt: 'Als je al deze dingen tegen elkaar wegstreept, dan is, verrassend genoeg, de plastic tas tóch het minst belastend voor het milieu.'

Waarom zegt ze 'verrassend genoeg'?
A
Omdat ze zelf liever papieren tassen gebruikt dan plastic tassen.
B
Omdat ze wel had verwacht dat plastic tassen beter zijn dan papieren tassen.
C
Omdat ze had verwacht dat papieren tassen beter zijn dan plastic tassen.

Slide 27 - Quiz

Winkels bieden steeds vaker een papieren tas als alternatief.

Waarom doen winkels dat, volgens de presentator?
A
Omdat plastic tassen duurder zijn dan papieren tassen.
B
Omdat ze denken dat papieren tassen beter zijn dan plastic tassen.
C
Omdat de klanten de papieren tassen mooier vinden dan de plastic tassen.

Slide 28 - Quiz

Aan het slot van het fragment zegt de presentator: 'Nou ja, eigenlijk moet je zeggen: het minst erg.'

Waarom zegt ze dat?
A
Als je een plastic tas op de verkeerde manier gebruikt, is hij toch slecht voor het milieu.
B
Plastic tassen zijn eigenlijk toch het slechtst voor het milieu.
C
Plastic tassen zijn wel beter dan papieren tassen, maar ze zijn nog steeds niet goed voor het milieu.

Slide 29 - Quiz

Je hebt de hele uitzending bekeken. Je wilt aan een klasgenoot in het kort vertellen waar het programma over ging.

Welke zin is daarvoor het beste?
A
Winkels geven klanten steeds vaker papieren tassen mee, omdat ze denken dat dat beter is voor het milieu.
B
De grondstof voor een papieren tas is houtpulp en de grondstof voor een plastic tas is de schaarser wordende aardolie.
C
Plastic tassen en papieren tassen zijn allebei slecht voor het milieu, maar plastic tassen zijn iets beter dan papieren tassen.
D
Geen van deze drie.

Slide 30 - Quiz

Je werkt in een winkel. Er moeten nieuwe tassen worden gemaakt. Je baas twijfelt tussen plastic tassen en papieren tassen.

Welk advies geef je, als je het beste voor het milieu wilt?
A
Plastic
B
Papier
C

Slide 31 - Quiz

Wat is een dilemma?
A
Een moeilijke keuze tussen twee dingen.
B
Een soort tas.
C
Iets wat duurzaam is.

Slide 32 - Quiz

Het dilemma in dit programma is: wat is beter voor het milieu, papieren tassen of plastic tassen?
De presentator gebruikt verschillende woorden om te vertellen of iets goed of slecht is voor het milieu.

Welk woord geeft aan dat iets goed is voor het milieu?
A
Duurzaam
B
Vervuilend
C
Mileuvervuilend
D
Belastend

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Deze les was...

Slide 36 - Mind map