Deel 3 Erfelijkheid

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

§11.3 je lijkt op

Je kan uitleggen wat het genotype is.

Je kan het genotype noteren

Je kan uitleggen wat homozygoot, heterozygoot is.

Je kan uitleggen wat dominant en recessief is.

Kruisingsschema oefenen

Een vader en een moeder hebben geslachtsgemeenschap.

Een zaadcel bevrucht een eicel.

Maak het Kruisingsschema. Gebruik de letter X en Y 

ALLE STAPPEN ZIJN TE ZIEN! 

Hoeveel kans is er op een meisje / jongen als nakomeling? 

bewijs

Met het kruisingsschema heb je bewezen dat er 50 % kans is op een meisje en 50 % kans op een jongen

Een code voor het genotype bestaat uit 2 letters. Schrijf op:

homozygoot

heterozygoot

dominant

recessief

=> noteer achter alles een voorbeeld

AA is

1. homozygoot recessief
2. homozygoot dominant
3. heterozygoot

Wat was het fenotype van de bloem

1. wit
2. rood

Een kruissingsschema maken

1. Schrijf de erfelijke eigenschappen op.

2. Noteer welke eigenschap dominant is.

3. Noteer welke eigenschap recessief is.

4. Noteer de geslachtscellen die gevormd kunnen worden bij vader en moeder

5. Vul het kruisschema in.

Schrijf de eigenschappen op, met de dominante kenmerken en recessieve kenmerken.

Schrijf het genotype van de ouders op de juiste manier op,

Schrijf dan de geslachtscellen. 

kruisingsschema oefenen

Moeder heeft een gen voor blond haar en een voor zwart haar.

Vader heeft een gen voor blond haar en een  voor zwart haar.

Zwart haar is dominant: A

blond haar is niet dominant: a

Hoeveel  % kans heeft het kind om blond haar te krijgen?

maak het kruisingsschema.

Welke invloeden heeft het genotype op het fenotype? 

Intermediair

Menging van kleuren; beide genen zijn even sterk.

Als beide genen even veel invloed op het uiterlijk hebben, noem je dit fenotype intermediair.