WPL AN LVB

WPL 
Accent Nijkerk
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WelzijnHBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WPL 
Accent Nijkerk

Slide 1 - Slide

Thema 
LVB
Verstandelijke beperking

Slide 2 - Slide

Inhoud 

  • Film "Buiten de lijntjes kleuren"
  • Ontwikkelingsfasen van Prof. dr. A. Dosen 
  • Evaluatie

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

kijkersvraag


Wat heeft jullie in het filmpje geïntrigeerd & wat neem je mee?

Slide 6 - Slide

Verschillende ontwikkelingsfasen van 
Prof. dr. A. Dosen in beeld

Slide 7 - Slide

Wat
Beschrijving van de sociaal-emotionele ontwikkeling in 5 ontwikkelingsfasen. Prof. Dosen ontwikkelde een theorie over emotionele ontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking. 

Slide 8 - Slide

Waarom
Kennis van het niveau van de sociaal-emotionele ontwikkeling is nodig om de begeleidingsstijl bij mensen met een verstandelijke beperking goed aan te laten aansluiten. Mensen met een verstandelijke beperking laten veelal een disharmonisch ontwikkelingsprofiel zien. 




Slide 9 - Slide

Disharmonisch profiel
De verschillende aspecten van een persoon zijn niet in evenwicht met elkaar. Een disharmonisch profiel maakt vooral emotioneel kwetsbaar (psychische problematiek en/of moeilijk verstaanbaar gedrag). Verbale IQ (verbale kennis en vaardigheden) kan sterker zijn dan het performale IQ (probleemoplossend vermogen, praktisch/handelingsgericht denken) en vice versa. 

Overschatting is GROOT wanneer niet duidelijk is op welk sociaal-emotioneel niveau een cliënt functioneert. 

Slide 10 - Slide

Meerwaarde
Om de cliënt aan te spreken op het niveau dat bij hem past! Het is noodzakelijk een goed beeld van zijn/haar sociaal-emotionele ontwikkeling te hebben.

Tool: SEO  (Schaal voor Emotionele Ontwikkeling) = een vragenlijst (hulpmiddel) die als leidraad genomen kan worden om een inschatting van de sociaal-emotionele ontwikkeling te maken.

Slide 11 - Slide

5 ontwikkelingsfasen Prof. A. Dosen
Fase 1 Adaptiefase (0-6 maanden)
Fase 2 Eerste socialisatiefase (6-18 maanden)
Fase 3 Eerste individualisatiefase (18-36 maanden)
Fase 4 Identificatiefase (3-7 jaar)
Fase 5 Realiteitsbewustwordingsfase (7-12 jaar)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Doel opdracht

Het krijgen van een sociaal-emotioneel beeld van leerlingen passende bij LVB & de 5 ontwikkelingsfases.

Vertaalslag maken van de theorie naar de praktijk(voorbeelden). 








Slide 18 - Slide

Opdracht
 

  • Bedenk en bespreek praktijkvoorbeelden waar de kenmerken van 'afstand en nabijheid', 'structuur en grenzen', 'activiteiten' en 'communicatie' duidelijk naar voren kwamen.

  • Bedenk en bespreek praktijkvoorbeelden waar de kenmerken van 'samenwerking' duidelijk naar voren komen.

Slide 19 - Slide

Transfer & evaluatie

  • Wat heb ik geleerd?
  • Hoe zet ik het geleerde in?

Slide 20 - Slide

Realiteitsbewustwordingsfase (1)
Er zullen eisen aan de cliënt gesteld gaan worden die bij deze leeftijd passen. Zij gaan ook nieuwe vaardigheden leren waardoor hun leefwereld toegankelijker voor hen wordt. Als eerdere fasen goed doorlopen zijn, heeft de cliënt in toenemende mate zelfvertrouwen en voldoende eigenwaarde om tot prestaties te komen. Er is interesse en belangstelling voor de omgeving. Een cliënt dat voldoende gevoel van eigenwaarde heeft, zal gemakkelijker aansluiting vinden bij andere cliënten en invulling kunnen geven aan vrije tijd. Ook zullen teleurstellingen gemakkelijker geaccepteerd kunnen worden; hun frustratietolerantie is toegenomen.

Slide 21 - Slide

Realiteitsbewustwordingsfase (2)
De cliënt maakt zich sociale regels eigen, leert verantwoordelijk te zijn, heeft een geïnternaliseerd geweten, kan samenwerken en ontwikkelt vriendschappen. Vanaf het zesde levensjaar worden de relaties belangrijker en sterker. Voor de sociale en emotionele ontwikkeling zijn goed verlopende relaties onontbeerlijk. In groepsverband leren cliënten zich aan te passen aan de groepsregels, met elkaar te onderhandelen en met elkaar conflicten aan te gaan en op te lossen.

Slide 22 - Slide

Begeleidingsstijl (1)
Cognitieve vermogens groeien naarmate de cliënt daarvoor de gelegenheid, de rust, de ruimte en de tijd krijgt. Als cliënten voldoende geleerd hebben (onder andere door een consequente, voorspelbare, duidelijke, gestructureerde, liefdevolle en op de cliënt gerichte begeleiding) zijn zij over het algemeen goed voorbereid en kunnen zij de bredere sociale wereld aan waarin zij nu terecht zijn gekomen.

Ook is het van belang om tijdig te signaleren wanneer een cliënt vastloopt in zijn relaties met anderen en na te gaan hoe dat komt; is hij onzeker, egocentrisch, te weinig weerbaar, ontbreken er sociale vaardigheden?

Slide 23 - Slide

Begeleidingsstijl (2)
Begeleiding in deze fase is met name gericht op stimuleren van zelfstandigheid en zelfvertrouwen. Begeleiding en ondersteuning op afstand, steunend en voorwaardenscheppend voor maximale zelf- verantwoordelijkheid, maar niet betuttelend. Opdoen van positieve leerervaringen. Begeleiding dient ook te ondersteunen in de interpretaties die de cliënt maakt en soms dingen anders of genuanceerder labelen voor de cliënt. Een begeleider speelt een belangrijke rol: rolvoorbeeld, inzichtgevend, vanuit vertrouwensrelatie positieve feedback geven, helpen bij het maken van existentiële keuzes, loyaliteits- conflicten.

Slide 24 - Slide

Tabel 1. Niveaus verstandelijke beperking en ontwikkelingsleeftijden (lesbrief 2)
Naamgeving IQ Ontwikkelingsleeftijd
  • Licht verstandelijke beperking 50/55 – 70 4 – 12 jaar
  • Matige verstandelijke beperking 35 – 50/55 2 – 4 jaar
  • Ernstige verstandelijke beperking 20/25 – 35/40 1 tot 2 jaar
  • Zeer ernstige verstandelijke beperking 20/25 of lager 1 tot 1,5 jaar

Slide 25 - Slide

Kwaliteit van het bestaan 
Mensen met een beperking zijn volwaardige medeburgers. Ze hebben recht op een volwaardige positie in de samenleving. Ondersteuning die geboden wordt moet gericht zijn op kwaliteit van bestaan. Wat kwaliteit van bestaan is kan voor iedereen persoonlijk verschillen.

Prof. Dr. Bob. Schalock (1999) komt tot een indeling van acht domeinen om kwaliteit van bestaan te benoemen.

Slide 26 - Slide

De 8 domeinen van kwaliteit van bestaan van Schalock & Verdugo Alonso
Om een bijdrage te kunnen leveren aan de kwaliteit van bestaan, is het goed om na te gaan op welke levensdomeinen ondersteuning wenselijk is. Op al deze domeinen kan gekeken worden naar het functioneren van de persoon en op welk domein ondersteuning wenselijk is. Kortom: goed kijken naar waar de ondersteuning nodig is. We hanteren de indeling van Schalock & Verdugo Alonso (2002). 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

POS
Vragenlijst POS: Personal Outcome Scale 
De POS is een vragenlijst, die de kwaliteit van bestaan van een persoon meet op basis van specifieke indicatoren.
Deze indicatoren zijn verbonden aan de acht kerndomeinen van kwaliteit van bestaan. Mede op basis hiervan kan het een ondersteuningsplan/begeleidingsplan tot stand komen. 

Slide 29 - Slide