What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H6§3 Construeren bij lenzen en oogafwijkingen
Deze les
uitwerking opdracht
uitleg oogafwijkingen
bijziend
verziend
oudziend
door schuiven naar morgen
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Deze les
uitwerking opdracht
uitleg oogafwijkingen
bijziend
verziend
oudziend
door schuiven naar morgen
Slide 1 - Slide
oefening
Maak screenshot
Neem de tekening over op millimeter papier
teken het beeld en reken de vergroting uit
zet het antwoord (foto) in de chat op teams
( niet de vergaderchat)
Dinsdag krijgen jullie het antwoord.
Slide 2 - Slide
Teken het beeld en bereken de vergroting
Slide 3 - Slide
Uitwerking
1
2
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen welke oogafwijking jullie docent heeft en wat daar aan gedaan is.
Volgende les leren jullie hoe sterk zijn bril precies is
Slide 5 - Slide
De belangrijkste onderdelen van het oog
Slide 6 - Slide
Het beeld komt ondersteboven op het netvlies.
Slide 7 - Slide
Pupil is de opening in de iris (de gekleurde gedeelte van de oog)
Veel licht - pupil klein
Weinig licht - pupil groot
Slide 8 - Slide
vertepunt
Het verste punt dat je scherp kunt zien noem je het vertepunt
Voor een gezond oog ligt dit verte punt oneindig ver weg
Slide 9 - Slide
Nabijheidspunt
Slide 10 - Slide
nabijheidspunt
die afstand van een voorwerp waarbij een beeld gevormd kan worden op het netvlies zonder dat het oog moet accomoderen.
jong persoon : ongeveer op 10 cm voor oog
Als je nabijheidspunt verder ligt dan 25 cm van je oog heb je een bril nodig
Slide 11 - Slide
accommoderen
Als een voorwerp dichterbij
komt wordt de lens boller.
Accommoderen : lens platter of boller maken
Slide 12 - Slide
Bijziend
De ooglens is te sterk of oogkas te lang.
Hierdoor kan je voorwerpen in de verte slecht zien. Dichtbij kun je goed ZIEN.
Je hebt een negatieve lens nodig
Slide 13 - Slide
Verziend
De ooglens is te zwak of oogkas te kort.
Je kan voorwerpen vlakbij slecht zien, veraf goed.
Je hebt een positieve lens nodig
Slide 14 - Slide
Oudziend
Ooglens is minder elastisch
Je kunt niet goed meer accomoderen.
Je hebt een positieve lens nodig
Slide 15 - Slide
Waarop valt het licht om een beeld te vormen in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Netvlies
D
Hersenen
Slide 16 - Quiz
Bij veel licht is de pupil
A
Groot
B
Klein
C
Licht heeft geen invloed op pupil
Slide 17 - Quiz
Hoe heet het als de spiertjes rondom de lens de lens verstellen?
A
Revalideren
B
Accommoderen
C
Adapteren
D
Corrigeren
Slide 18 - Quiz
Wat is constant in de oog ?
A
brandpuntafstand
B
beeldafstand
Slide 19 - Quiz
Wat is het probleem als je bijziend bent ?
A
Ooglens is te sterk
B
Ooglens is te zwak
C
je kunt niet goed accomoderen
Slide 20 - Quiz
Wat is het probleem als je verziend bent ?
A
Ooglens is te sterk
B
Ooglens is te zwak
C
Je kunt niet goed accomoderen
Slide 21 - Quiz
Welke lens heb je nodig als je bijziend bent ?
A
negatief
B
positief
Slide 22 - Quiz
Welke lens heb je nodig als je verziend bent ?
A
negatief
B
positief
Slide 23 - Quiz
morgen gaan we verder
Slide 24 - Slide
nabijheids- en vertepunt
Nabijheidspunten en vertepunten van verschillende personen.
De getallen zijn voorbeelden
Slide 25 - Slide
Dioptrie
Oogarts en opticien gebruiken dpt om de sterkte (S) van brilleglazen aan te geven.
Slide 26 - Slide
Lenssterkte berekenen
S
=
f
1
De lenssterkte kun je berekenen uit de brandpuntsafstand.
De formule voor lenssterkte is:
De lenssterkte kun je meten.
Dus de lenssterkte is een grootheid.
De eenheid die hierbij hoort is dioptrie (dpt).
Slide 27 - Slide
Lenssterkte berekenen
S
=
f
1
S = de lenssterkte in dioptrie (dpt)
f = de brandpuntsafstand in meter (m)
Slide 28 - Slide
lenssterkte
Een leesbril heeft een brandpuntsafstand van 33 cm.
Bereken de sterkte van de brillenssterke
gegevens : f = 33cm = 0,33 m
gevraagd: s = ?
uitwerking: s = 1/f = 1/0,33 = +3,0 dpt
Slide 29 - Slide
lenssterkte
Jaap heeft een bril met negatieve glazen De waarde van de glazen is - 2,25 dpt
bereken de brandpuntsafstand in cm.
gegevens : s = - 2,25 dpt
gevraagd: f = ?
uitwerking: f = 1/s = 1/-2.25 = -0.44m = -44 cm
Bij negatieve lenzen is de dpt ook negatief
Slide 30 - Slide
Hoe sterk is een lens als de brandpuntafstand 35 cm is?
A
0,029 dpt
B
2,9 dpt
C
-0,029 dpt
D
-2,9 dpt
Slide 31 - Quiz
De brillenglazen van Jordy moeten een sterkte hebben van 3,5 dpt.
Bereken de brandpuntsafstand.
A
0.29 cm
B
-0.29 m
C
-0.29cm
D
0.29 m
Slide 32 - Quiz
More lessons like this
6.4 Oogafwijkingen
March 2021
- Lesson with
28 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Overal 3 havo 6.4 oogafwijkingen
May 2020
- Lesson with
36 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
6.4 Oogafwijkingen
May 2023
- Lesson with
33 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
6.4 Oogafwijkingen
June 2023
- Lesson with
29 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
6.4 Oogafwijkingen
June 2023
- Lesson with
23 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H6 - §6.4 - Oogafwijkingen
March 2023
- Lesson with
48 slides
Natuurkunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Herhaling les 1 + §6.4 Oogafwijkingen
February 2022
- Lesson with
17 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
§6.4 Oogafwijkingen
September 2023
- Lesson with
26 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3